Volksvrouw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volksvrouw door Henk Henriët, eind dertiger jaren / 1967

 

Het verbeeldt de volksvrouwen die het hoofd boven water wisten te houden in de crisisjaren tijdens het interbellum begin vorige eeuw. In 1967 werd het in het Stedelijk Museum bewaarde gipsmodel in brons gegoten.

 

 

 

                                

 

 

 


 

Henk Henriët (1903-1945)

 

Henk Henriët was een kunstenaar die zich zeer betrokken voelde bij wat er in de wereld gebeurde. Hij werd lid van de communistische partij en de Internationale Rode Hulp. In de jaren '30 tekende hij onder het pseudoniem ‘TOH’ voor linkse bladen. Oorspronkelijk was Henriët tekenaar en schilder maar rond 1930 hield hij zich ook een korte periode bezig met boetseren in het atelier van Jan Havermans. Vanaf 1936 ontstonden er meer beelden, vooral portretten.

 

Een van de onderwerpen die hem boeide waren de ‘forse vrouwen van het volk in wier liefde en moederschap hij een elementaire schoonheid vereerde’. Voor het beeld de Volksvrouw stond zijn echtgenote Tonia Sluyter model.

Tijdens de oorlogsjaren was Henriet actief in het verzet. In 1944 werd hij opgepakt. Henriët kwam om bij een door de geallieerden bij vergissing uitgevoerd bombardement.

 

 

                     

 

 

 

Het nutteloos verzet

 

Henriët trouwde in 1925 met Tonya Sluyter, de vrouw die model stond voor het beeld op het Marnixplein. Mensen die haar gekend hebben, zeggen dat het sprekend lijkt. Ze hadden een zeer vrij huwelijk. “Hij was d’r niet vies van, volgens zijn dochter Leentje. “Er loopt nog altijd een heel stelletje bastaards rond. Hij had, laat ik het dan zo zeggen, ook op dat terrein een niet te stuiten scheppingsdrang.”

 

Tonia begon in augustus 1945 een café in de Reguliersdwarsstraat voor de spraakmakende bohème. Het café werd in de korte tijd van zijn bestaan legendarisch. De naam was hoogst opmerkelijk: Het nutteloos verzet. Het is de naam van een roman van E.du Perron, en ex-gasten zeggen dat het sloeg op nutteloos verzet tegen drankmisbruik, maar het moest zo kort na de oorlog toch hoogst cynisch hebben geklonken. Bovendien: in die tijd was er een fors tekort aan drank – tegen die paar glaasjes die je er kon krijgen, hoefde je je niet te verzetten.

 

Het kleine donkere café figureert in de roman Bevrijdingsfeest van Simon Vestdijk: ‘Op alle muren waren met niet onvakkundige hand tekeningen aangebracht in houtskool en zwart of rood krijt: beesten, wangedrochten, moffen, bloemkelken, de doorreten kop van een arbeider, maar alles zo wild en terloops, dat de sigarettenrook voldoende scheen om de scheppingen weer uit te wissen.’

 

(citaat uit Het Parool, 8 februari 2010)

 

 

 

 

 

 

 


 

Marnixplein

 

foto’s: juli 2006 en februari 2010

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Amsterdam Centrum

 

Buitenbeelden in Amsterdam:  het  mensbeeld