Zielevloot Zieleschip door
Cornelius Rogge, 2010 Overgang Het Ziele(n)schip
hoort bij een Armada van zestien Zieleschepen, iedere boot is anders. De
vloot werd zomer 2010 getoond in de beeldentuin van het Kröller Müller
Museum. In een persbercht schreef het museum onder andere: “Het zijn
museumboten: ooit waren deze boten op het water vervoerders van allerlei
zaken, nu staan ze op het land en vervoeren verhalen en sagen. [..] Ze vertellen over aankomst en verdergaan
[..]. Het woord ‘Zielenschepen’ is een combinatie van iets concreets (het
schip) en iets immaterieels (de ziel). Joost van den Vondel gebruikt het
woord ‘zielenschip’ in de context van verlossing van het aardse en de
overgang naar het hemelse. Het schip is het voertuig bij uitstek van
overgang, van transformatie. En transformatie is de rode draad in het werk
van Rogge.” In die zin kunnen
het schepen zijn die de overledenen naar de overkant van de rivier Styx
brengen die de grens vormt van het dodenrijk. Dit specifieke zieleschip vaart
naar de hemel. De vlag voert de term INRI (Jezus van Nazareth, Koning der
Joden), het woord hangt vaak boven een corpus christi aan het kruis. Geen duiding De scheepjes zijn
volgens de kunstenaar te zien als een soort rebus: er worden een paar
elementen, vaak met religieuze associaties, gegeven en de toeschouwer kan er zelf
verklaringen bij zoeken. Om de bezoekers de volledige vrijheid te geven de
kunstwerken te duiden, heeft Rogge de boten dan ook geen naam gegeven. Levensreis De Leeuwarder Courant schreef in 1993 bij de
solotentoonstelling ‘Vanitas’ van Cornelius Rogge: “Vanuit zijn theosofische
levensovertuiging is Rogge op zoek naar het mysterie van het leven en met
zijn kunst probeert hij de kijker als het ware te attenderen op de
geestelijke ideeën achter de materie – hij ziet zichzelf als een soort priester
die met zijn werk een verbinding legt met het mysterie van het leven. Dat het
daarbij om een persoonlijke interpretatie gaat is onvermijdelijk volgens de
kunstenaar. De vergankelijkheid van het aardse leven speelt in zijn ideeën
een sleutelrol. Het Limburgs dagblad in 1993: “In het recente werk van deze
kunstenaar is sprake van een opmerkelijke overeenkomst: op geheel
verschillende wijze verbeelden zij een transformatie van het aardse,
materiële naar het geestelijke immateriële. Dit is een fase die in de oude
alchemie met de term sublimato werd aangeduid. Cornelius Rogge werkt in
visionaire fasen, waarin hij de levensreis van de mens en zijn aankomst bij
de onbekende wereld probeert te verbeelden. Dood is
leven Het Nieuwsblad van het Noorden schreef in 1992 bij zijn expositie
‘Momento mori’: “Hoe verscheiden ook het werk van Rogge in de afgelopen
dertig jaar lijkt te zijn, het verbindende thema was altijd de dood en de
vergankelijkheid. Rogge: “Of je nu kijkt naar mijn tenten bij Kröller-Müller,
de hutten van riet en papier-maché, de karren of de stellages van nu, ze gaan
allemaal over vergankelijkheid. Voor Rogge die opgroeide in een theosofisch
milieu, is: “de dood leven. Alles is vergankelijk, kwetsbaar en moet
ontbonden worden om tot een nieuwe incarnatie over te kunnen gaan.” De Friese Meren De gemeente
Lemsterland (Fr) had in 2011 de intentie de Armada te plaatsen in een
nieuwbouwwijk, een gebied waar vroeger de boten op het droge gelegd werden.
Januari 2013 was het advies gevat in een ontwerpbesluit om het werk aan te
kopen. Februari 2013 kwam het bericht dat het werk misschien niet
kindvriendelijk zou zijn vanwege scherpe randjes. Een maand later besloot de
raad de aankoop uit te stellen en de toekomstige bewoners van de nieuwe wijk
te willen raadplegen. De gemeente Lemsterland / De Fryske Marren heeft het
werk aangekocht. Cornelius Rogge (1932) Zoektocht Uit een radio-interview uit 2000: “Mijn vader zei: het belangrijkste in het leven is een zoektocht. Het doet er niet toe wat je vindt, als er maar een zoektocht is in het leven; het kan naar godsdienst zijn, naar goud, het kan naar alles zijn. In feite is er toen een koorts in mij ontstaan, dat ik dacht, ik moet ook een zoektocht maken. Ik werd kunstenaar en het werd een zoektocht naar binnen. Ik ben een zogenaamde introverte kunstenaar geworden die de deur naar de binnenkant heeft geopend en de jungle van binnen heeft verkend. Ik ben eigenlijk in de voetsporen van mijn vader getreden, maar dan de andere kant op. Het immateriele goud heb ik eruit gehaald. [..] Ik ben ontvankelijk voor mystiek, boeddhisme, christendom .. ik wijs niets af.” Een uitspraak van Rogge: ‘Om echt te kunnen zien, moeten wij ons opsluiten in het duister van ons innerlijk.’ Beeldenpark
Landgoed Anningahof, Zwolle Foto’s: augustus 2014
en 2015 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |