Tweeëenheid Aaneen door
Berlinde de Bruyckere, 2003-2004 Paard / mens Het paard is een belangrijk symbool in het oeuvre van De Bruyckere. Ze gebruikt het dier als metafoor voor dood en vergankelijkheid en drukt er menselijke gevoelens in uit. De Bruyckere: “In de loop der jaren is de manier van omgaan met de paardenlichamen sterk veranderd. Het herkenbare van het paardenlichaam is nog maar slechts de aanzet.” Bij een tentoonstelling in 2012: “Ik werk met paardenlijven zoals ik werk met menselijke figuren. Dat
verschilt nogal van toen ik begon met het werken met paarden. Toen was ik
geïmponeerd door het paard zelf. Maar nu, na er meer dan twaalf jaar mee
gewerkt te hebben, is het tot een eigen beeldtaal geworden. Het heeft niet
meer met een paard als dat dier van doen, het is getransformeerd naar
menselijke omstandigheden en gevoelens.” Mens als dier In het werk
Aaneen, waarbij de huiden van twee paarden aan elkaar genaaid zijn tot één
wezen, speelt zowel het thema Eros als Thanatos. De Bruyckere: “Two
separate bodies growing into each other. It has a lot to do with being one in
that very fragile moment when two people become one.” Het werk behoort
tot de serie Aaneen, beelden en tekeningen die dezelfde naam dragen. De Bruyckere: “En het gaat eigenlijk
over die verstrengeling tussen lichamen, waar twee lichamen één worden; zo,
dat het fragiele moment van één zijn mens behelst, mens als dier.” [..] “Wat
ik niet nodig had waren alle poten of twee hoofden om dat beeld te laten zijn
wat het was.” Ze heeft de grijze
huid gekozen om de zwarte manen en de bruine huid om de overeenkomst met de
kleur van de tafel, zodat het wezen als het ware opgaat in die tafel. Slagersdochter Op de veelgestelde vraag of haar werk te maken heeft met het feit dat zij de dochter van een slager / beenhouwer is, antwoordde De Bruyckere dat het er natuurlijk iets mee te maken heeft. Als kind zag ze mannen met schorten vol bloed karkassen de beenhouwerij indragen: “Toen waren het nog halve koeien die binnengebracht werden. [..] Die beelden waren voor mij niet vreemd.” “Ik ben gaan nadenken over die vraag: is dat de reden waarom ik nu met die grote paardenlichamen werk, of waarom ben ik nu met die herten gaan werken, of ja.. de aanwezigheid van huid of van het tonen van vlees, een gekwetst lichaam, hoe zit die relatie? Voor mijzelf heb ik daar denk ik een heel mooi antwoord op gevonden. Mijn vader deed totaal andere dingen dan ik. Mijn vader verkocht vlees, die vertrok van een dood dier dat hij verkocht. Terwijl ik, als ik in die koelcel sta in de veeartsenijschool, dan kijk ik naar iets wat ik niet verloren wil laten gaan. Dan geef ik eigenlijk een toekomst voor een nieuw leven. Iets dat normaal gezien in het villuik belandt en wat verbrand wordt, wordt een sculptuur en kan mensen gaan troosten. Ik doe dus het tegenovergestelde wat dat mijn vader deed. Alleen denk ik dat het heel belangrijk is dat ik dat gezien heb als kind. Dat ik daar ook niet bang voor was voor die grote karkassen en bloed en vlees. Ik ben daarmee vergroeid zeg maar. Misschien was ik daardoor in staat om met die kadavers te werken. Zonder die achtergrond zou het veel moeilijker zijn.” Berlinde de Bruyckere (1964) De Bruyckere
volgde haar studie aan het Sint Lucas in Gent. In 2003 was haar werk voor het
eerst te zien in het Italiaans Paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië en
brak ze internationaal door. In 2013 keerde zij terug naar Venetië om haar
land te vertegenwoordigen in het Belgisch Paviljoen. Tentoonstelling
‘Berlinde de Bruyckere’, Gemeentemuseum Den Haag, voorjaar 2015 Foto’s: mei 2015 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |