Zonder titel Zonder Titel van Pjotr Müller, 1992 geplaatst in 1992 Omkaderd decor Müller: “Ik zocht voor mijn beeld een natuurlijke plek. Ik streefde met de door mij gekozen vorm naar een ontwerp dat op een natuurlijke wijze zou passen in zijn omgeving. De openheid van de constructie laat een inwerking van de omgeving toe. Het beeld wordt hiermee zo groot als zijn omgeving, staat open, vloeit op een bijna vanzelfsprekende wijze samen met het natuurlijk milieu. Het verkrijgt zo iets spontaans, als betrof het hier een omkaderd decor. Het eiland draagt bij aan deze sfeer. De afstand creëert het decoratieve door de onbereikbaarheid van het in-de-verte-zijn.” Pjotr Müller (1947) Hij baseert zijn werken op een samenstelling van architectuur, autonome sculptuur en landschapskunst. Zijn eerste werken waren afstandelijke hardstenen bouwsels geïnspireerd op basale bouwwerken. Later maakte hij gangenstelsels die het pad naar de kunst verbeelden. Zijn latere werken nodigen dan ook de toeschouwer uit onderdeel te worden van het kunstwerk. Paradijs In het begin van de jaren tachtig stelde de Amsterdamse beeldhouwer Pjotr Müller zich een doel: “Ik nam me voor om binnen één decennium een paradijs voor mezelf te scheppen.” De barokke bouwsels die tussen 1983 en 1989 ontstonden lijken op kathedralen, pagodes en boeddhistische tempels. Maar als godshuis doen ze geen dienst, nooit. Het zijn follies die vaak op moeilijk bereikbare plekken liggen - (schier)eilanden bijvoorbeeld - en vanuit de verte tot ingetogenheid en contemplatie uitnodigen. Müller doopte het project Mijn Paradijs, een omheinde lusthof over tientallen plaatsen in Nederland verspreid. Hij heeft interesse voor het geloof, of dat nu het katholicisme is, het boeddhisme of de mythologie. Müllers beelden zijn met verwijzingen bezaaid; soms zo rijk dat ze de toeschouwer buitensluiten. “Ik maak beelden vanuit een gevoel van gemis,” zegt hij, “nog steeds. Ik pas religieuze elementen toe in mijn werk omdat ik meer van het leven verlang dan de dagelijkse strijd om het bestaan, het dagelijkse gebrek aan diepgang. En hoe kun je beter aantonen dat er meer is, dan door dat in je werk te suggereren?” Sommige bouwsels in zijn Paradijs-project construeerde hij uit bestendig graniet, zoals het classicistische tempeltje Nimis in het Beatrix-park in Almere. Andere timmerde hij in elkaar van bij elkaar geraapt en half vergaan sloophout, zoals de zestien meter hoge pagode in het Beeldenpark bij het Kröller-Müller Museum. Toen hij in 1989 afscheid nam van zijn Paradijs stak hij niet alleen dit beeld in brand, maar ook andere sloophouten constructies. “Een prachtig vreugdevuur” werd het. Want wat als tijdelijk is bedoeld, moet tijdelijk blijven. “Het feest was voorbij, het werd tijd voor een nieuw feestje,” zegt Müller. (citaten uit: de NRC 31 mei 1996, In tien jaar wilde ik
het paradijs scheppen; Pjotr Müller over zijn eenpersoonsmusea) Stadswandelpark, Eindhoven Foto’s: april 2006 en november 2013 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Buitenbeelden
in Stadswandelpark Eindhoven |