Pierensteker Pierendolster / Wjirmdolster
door Hans Jouta, 2006 De Wierumer vissers werkten samen met de vrouwen: zij bereidden het vissen voor. Op het drooggevallen wad staken ze de zeepieren die als aas dienden voor de schelvis- en kabeljauwvisserij. Ze droegen bij het pierensteken een broek, in die tijd geen gebruikelijke dracht maar wel praktisch. Minder handig lijkt de kleur: wit. De voeten en onderbenen werden beschermd met kniehoge leren laarzen, het bovenlijf met een blauw jak. De pierensteeksters / pierendolsters gingen het wad op met een spitvork met drie platte tanden en een emmertje voor de gevangen pieren: het dolammerke opgebouwd met duigen. De wormen zetten ze, vaak samen met kinderen, aan lijnen die de vissers de volgende dag uitzetten. Een schip voerde 78 lijnen met elk 75 haken, dat betekent dat er per schip 5850 pieren aan de haak geslagen moesten worden. Daarnaast ventten de vrouwen de gevangen vis uit.
Foto: Ned. Openlucht Musem Foto: Museum ’t Fiskerhúske, Moddergat pierenstekers
aan het werk, het handwerk blijft hetzelfde Hans Jouta (1966) Wierum, Kerkplein Foto’s: augustus 2021 |