Vogelgod

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vogelgod door Leo Braat, 1971

 

 

Vogelgod is gemaakt voor de plek, de gemeente heeft daartoe opdracht gegeven:

 

 

                                                                                                                                        de Waarheid, 26 januari 1972

 

 

                       

 

 

 

 


 

 

Leo Braat (1908 – 1982)

 

 

Wikipedia

 

Braat is vooral bekend gebleven als publicist. Voor de oorlog werkte hij als beeldhouwer overwegend in steen, na de oorlog overwegend in hout en keramiek vanwege tbc. In zijn beginjaren als beeldhouwer lag zijn interesse vooral bij de portretkunst. Zijn oeuvre bestaat voornamelijk uit kleinplastiek.

 

 

 

 De Telegraaf, 27 november 1968

 

       

 

Mexicaanse kunst

 

Braat heeft grote interesse gehad voor de Precolumbiaanse en met name de Mexicaanse kunst. De kiem daartoe is waarschijnlijk gelegd door zijn leermeester Gijs Jacobs van den Hof. Braat heeft verhaald dat hij in zijn leerlingentijd de opdracht kreeg een penning te ontwerpen voor de Boomplantdag. Toen zijn docent het resultaat zag zei hij verbaasd: “Waar haal je dat vandaan? Het lijkt wel Mexicaans.” Braat: “Bij mijn weten (…) had ik nooit iets van Mexicaanse kunst gezien, was Mexico nauwelijks een begrip voor me.” (De Beeldenaar, 1984 pg 112-115).

 

Ontwerp van de penning Boomplantdag uit 1928 door Leo Braat

 

          

 

  Toch interesseerde Braat zich intens voor de

  Mexicaanse kunst (‘in mijn jeugd’ = rond 1930,

  in 1931 vestigde Braat zich in Amsterdam):

 

 

                               De Tijd, 18 september 1973

 

 

 

 

                                    Gereformeerd Gezinsblad, 1 oktober 1959

 

 

 

                                                                  Het Parool, 21 juni 1952

 

 

 

 

 

Mystiek fanatasiedier

 

Tien jaar voor de Vogelgod maakte Braat ook gebruik van een mystiek fantasiedier. Tuindorp Oostzaan werd in 1960 overstroomd door een verzakking van een kanaaldijk. 15.000 inwoners moesten hun huis uit maar de Tuindorpers werden na de drooglegging heel goed geholpen (vandaar het wrange grapje ‘Geef ons heden ons dagelijks brood en ieder jaar een watersnood’). Daarom werd er een penning geslagen ter herinnering aan de hulp die geboden werd. Braat maakte het ontwerp: aan de voorzijde een watermonster die het dorp gijzelt, op de keerzijde een uitgestoken helpende hand. De penning werd aan negenduizend mensen opgestuurd.

 

 

   

 

 

 

Een neo-classistisch keurslijf

 

Bij het overlijden van Braat schreef Jos Haagmans in ‘de Waarheid’ van 21 juli 1982 o.a.:

Een citaat van C.J. Kelk: “… een grote gestalte met een groot hoofd, een grote mond en grote ogen, iemand die voor het vaderland weg en tamelijk luid aan iedereen vertelt wat hij heeft meegemaakt en zich zelden geneert, (…) want Braat is nu eenmaal de geboren tegenhanger van een miezerig mannetje”.

 

“Geen miezerig mannetje”, “een van de laatste vertegenwoordigers van de bohemien-kunstenaars”, “een verzetsman van nature uit, altijd geneigd de tegenovergestelde kleur aan te nemen”, “een man van uitersten”, “een pathetisch mens”. Karakterschetsen, ook van anderen en uitspraken over zichzelf. Het heeft allemaal iets waars.

 

Braat was een beweeglijk man, iemand die bezetenheid miste zich op een ding te richten. Iemand die niet koos tussen zijn beeldende kunst en zijn schrijvende kunst.

 

Zijn beeldend werk was aanvankelijk neo-classistisch. “Dat was een keurslijf”, zei hij in een interview. “In mijn atelier stond ik mij te vervelen, te geeuwen. Pas op oudere leeftijd heb ik mijzelf als beeldhouwer gevonden.” Later was zijn werk expressionistisch, afgewisseld met non-figuratieve perioden.

 

 


 

Eendrachtspark

 

Foto’s: september 2008

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Amsterdam Slotermeer / Geuzenveld