Oorlogsslachtoffers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monument voor oorlogsslachtoffers uit de Purmer door H.P. Van Iperen, 1950

 

 

Het monument gedenkt vier slachtoffers die door oorlogshandelingen, of training daarin, zijn omgekomen. En met hen alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

 

                                     Simon de Ridder JNzn

                                     Dirk Schaatsbergen Czn

                                     Jacob Groot Jzn

                                     Simon Groot Jzn

 

 

    

 

 

Vliegtuigongeluk

 

Simon de Ridder (1918) was piloot in het squadron FAA 1847. Het squadon was opgericht in februari 1944, bestond uit vier Britse en acht Nederlandse marine-piloten, en had de beschikking over tien Hellcats. Het was een weinig gelukkige eenheid, zes vliegers kwamen om bij vliegongelukken, waarvan vier bij botsingen. Op 27 maart 1944 botsten sergeant Simon de Ridder en zijn vriend Johan Blok boven Noord-Ierland in volle vlucht op elkaar. De ene Hellcat vernielde de staart van de andere toen van formatie gewisseld werd. Beide toestellen stortten neer en de piloten kwamen om. De Ridder is herbegraven op het ereveld in Loenen.

 

Zeemansgraf

 

Op 12 juni 1940 vertrok de onderzeeboot Hr.Ms. O 13 vanuit Dundee voor haar eerste Noordzeepatrouille. Op 19 juni werd de boot teruggeroepen, maar is niet teruggekeerd. Vermoedelijk is de Hr.Ms. O 13 een dag later op de Noordzee ter hoogte van Great Fisher Bank geramd door de Poolse onderzeeboot “Wilk” en met man en muis vergaan. De 34 opvarenden, onder wie drie Britten, werden vermist. Dirk Schaatsbergen (1910) was machinist op de onderzeeër.

 

Ook Simon Groot is omgekomen op zee. Rusland werd bevoorraad met schepen die in konvooi en onder begeleiding naar o.a. Moermansk voeren. Duitsland probeerde deze transporten via de Noordelijke IJszee te verhinderen en zette U-boten in. Door torpedering is een groot aantal schepen tot zinken gebracht, Simon voer op een van de vele koopvaardijschepen die de thuishaven niet meer hebben bereikt.

 

Represaille

 

Op 8 maart 1945 zijn op de fusillade-plaats Rozenoord aan de Amsteldijk in Amsterdam 53 mensen omgebracht door het vuurpeleton. De fusillade was een represaille voor de aanslag op H.A. Rauter, hoofd van de SS-afdelingen. Rauter overleefde, zijn adjudant en chauffeur kwamen om. De aanslag vond plaats bij De Woeste Hoeve tussen Arnhem en Apeldoorn in de nacht van 6 op 7 maart 1945. De aanslag was niet tegen Rauter gericht, de bedoeling was een lading vlees te bemachtigen, maar per vergissing raakte Rauter bij de overval betrokken. Ter vergelding werden 263 personen doodgeschoten. De opdracht was in Amsterdam 75 mensen om te brengen, maar er waren ‘maar’ 53 Todeskandidaten voorhanden. Jacob Groot (1916) was een van hen. Hij maakte deel uit van het verzet en was opgepakt.

 

 

 

 

     

 

 

Fakkeldrager

 

De brandende toorts symboliseert in het algemeen het doorgeven van leven: mensen sterven, maar het vuur blijft branden. Het vuur symboliseert ook de vrijheid, het verbranden van het kwade, de hoop die blijft branden en de duisternis die te lijf gegaan wordt. Daarom worden fakkels of toortsen geregeld uitgebeeld op monumenten.

 

Levenden en ontslapenen

 

De Noordhollandsche Courant schreef op 5 mei 1950 over de onthulling van de gedenksteen:

 

De steen symboliseert de levenden en ontslapenen. Op het ene vlak ontwaart men een vrouwenfiguur, de nabestaanden en het gehele volk uitbeeldend, op het andere vlak ziet men een mannenfiguur, waarin zij worden uitgebeeld die zijn heengegaan. Laatst bedoelde figuur draagt de fakkel van de vrijheid.

 

Het  ereteken werd ontworpen en vervaardigd door de kunstenaar Van Iperen. Na de onthulling door de dijkgraaf werd door het polderbestuur, de verenigingen en de kerkvoogdij het monument overgedragen aan de vereniging Purmer Belang.

 

Nieuwe naamplaat

 

Het monument staat voor de Purmerkerk, het gebouw van samenkomst voor de Hervormde Gemeente van de Purmer. De kerk is in 1961 opgeleverd, nadat een brand het oude gebouw in 1959 in de as had gelegd. In 2010 is een nieuwe naamplaat met de namen van de slachtoffers aangebracht.

 

 

 

 

 

 

 


 

H.P. van Iperen (192?)

 

 

Ieder mens is een kunstenaar

 

In krantenartikelen van 1947-1955 wordt de kunstenaar meestal aangeduid als de heer H.P. van Iperen, soms als P. van Iperen. In 1947 wordt hij Purmers meest kunstzinnige inwoner genoemd die met jeugdig enthousiasme te werk gaat.

In de Noordhollandse Courant in1948:

 

Niet alleen Ilpendam kan bogen op kunstenaars, ook in de Purmer woont er één. Wij bedoelen beeldhouwer H.P. van Iperen, gekomen uit den Haag wonende aan de Driesprong, In een jaar tijds is de kunstenaar volledig opgenomen in de polderkring. Ruwe stukken boomstam beziet hij met een kunstenaarsoog. Hij kiest uit een grote sortering hak- en steenbeitels zijn gereedschap en onder zijn handen krijgt het hout langzaam vorm.

 

Van Iperen is actief bij de toneelvereniging als decorbouwer en regisseur. Ook geeft hij lezingen. Zo geeft hij in 1953 een inleiding over ‘Waarom handenarbeid?’ Hij stelt dat handenarbeid van groot praktisch nut is. “Men heeft het nodig om zich in het leven te kunnen redden. Ieder mens is een kunstenaar, al heeft de een meer gaven dan de ander.”

 

 

Het geestelijke

 

Hetzelfde jaar geeft hij ook een lezing ‘aan de ouders van de leerlingen van de RHBS, die op een ouderavond in het schoolgebouw bijeen waren’. Het verslag staat op de voorpagina van de Noordhollandse Courant onder de kop

 

Handenarbeid van het kind en de moderne kunst

 

(…) Van de scheppende arbeid van het kind, kwam de heer Van Iperen op de moderne kunst en meer in het bijzonder op het werk van de grote moderne kunstenaar Picasso. De heer Van Iperen wees er op, dat de kunst alleen vraagt naar de absolute waarheid, een waarheid die men alleen vindt bij kinderen. Daarom mogen sommige werken van moderne kunstenaars wat kinderlijk lijken, niets is echter minder waar (…).

 

Dat velen deze moderne kunst nog niet kunnen waarderen, vond volgens de heer Van Iperen zijn oorzaak in het feit, dat de mens geneigd is alleen aan het stoffelijke te denken. De kunstenaar is echter tot de slotsom gekomen, dat niet het stoffelijke, maar het geestelijke de echte waarheid geeft en daarom zal hij ook trachten het geestelijke in zijn schilder- of beeldhouwwerk tot uitdrukking te brengen.

 

Na de interessante lezing, die echter tekort was om de aanwezigen werkelijk te laten doordringen in de materie van de ontwikkeling der kunst tot de hedendaagse uitdrukkingsvorm, had iedereen de gelegenheid een expositie te bewonderen van het werk dat door de heer Van Iperen is gemaakt.

 

Op deze expositie vond men zijn beginwerk. Hier was alles nog in zijn stoffelijke vorm uitgedrukt. In later jaren was de kunstenaar echter gerijpt en heel langzaam had hij het stoffelijke losgelaten en alleen getracht de gedachten van zijn geest vast te leggen.

 

 

Een uitspraak die van hem opgetekend is: “Kunst zijn de stof geworden roerselen van de ziel”. In 1955 is het bericht te lezen dat de beeldhouwer aan de Purmerweg emigreert naar Canada. De toneelvereniging moet een vervangend regisseur zoeken voor haar jaarlijkse uitvoering. Op het www is niets te vinden over kunstenaar van Iperen.

 

 

 


 

Westerweg, buurtschap de Purmer (gemeente Purmerend)

 

Foto’s: mei 2010

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Purmerend