Dorst Drinkebroeders
door Jan Pieter van Baurscheit de Oude, ca 1706 drinkebroer met mopsneus Genrestukken In de Gouden Eeuw
waren schilderijen in te delen in vijf groepen: de stillevens, de
landschappen, de portretten, de historiestukken en de genrestukken. De
laatsten waren afbeeldingen uit het dagelijkse leven. Rustige taferelen als
brieflezende of musicerende vrouwen horen tot de genrestukken, maar ook
chaotische huishoudens, herbergscènes en boerenbruiloften. Afbeeldingen van
het primitieve landleven en van boertige lol waren geliefd bij de gegoede
burgerij, vermoedelijk vanwege het contrast met de eigen levensstijl. Het
beeld van de twee drinkebroers kan naar analogie met de schilderkunst,
genrebeeldhouwkunst genoemd worden.
drinkebroer
met grote gok -
Onmatigheid In de
schilderijen van de genrekunst zat soms ook een boodschap. Lichtzinnigheid,
dronkenschap, pronkzucht en dergelijke konden vermakelijk zijn, maar de
afbeeldingen hielden tevens een waarschuwing in, een vermaning niet in deze
ondeugden te vervallen. De twee drinkebroers beelden mogelijk een van de
zeven hoofdzonden uit: onmatigheid, gulzigheid. Hun bierkan en –kruik zijn
groot en er staan geen kroezen waaruit gedronken wordt, de kan en kruik
worden direct aan de mond gezet Details van werk van resp.
Adriaen van Ostade, 1673 en Willem Basse, ca 1650 -
Rustmoment Maar aan de
andere kant was dat laatste niet ongebruikelijk, Bruegel de Oude liet dat
ruim een eeuw eerder al zien in zijn schilderijen en ook in de Gouden Eeuw
dronk men vaak uit enorme kannen, het bier was licht en het werd - letterlijk
- als water gedronken. Bij beide mannen
is het lid op de kan, ze drinken nu niet. Ook hebben ze geen bierbuik
ontwikkeld, het zijn geen grote innemers. Misschien is het gewoon een
gezellig tafereel, een pauze tijdens of na het werk. Voor de ene man ligt een
hakmes op de grond, de andere heeft zijn sikkel op tafel gelegd. Een snack
ligt tussen hen in. Na gedane arbeid is het goed rusten.
- Klucht In de Gouden Eeuw
waren toneelopvoeringen een geliefde vorm van vermaak. In de schouwburg, op kermissen
en aan hoven traden de acteurs op. De klucht nam een hoge vlucht. Het komisch
toneelstuk bracht ontspanning en hield mensen een spiegel voor. Het thema was
vaak huwelijksbedrog, donkenschap en goedgelovigheid verpakt in kolderieke
situaties. Het beeld kan ook ontleend zijn aan een klucht en een sleutelmoment
weergeven: de scène waarin het sluwe personage de goedgelovige ander iets op
de mouw weet te spelden waarna de gebeurtenissen uit de hand lopen. Jan Pieter van
Baurscheit de Oude (1669-1728) Rijksmuseum, Amsterdam Foto’s: oktober 2013 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Startpagina Beelden in het
Rijksmuseum |