Vissersvrouw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Twee moeders door Frans Stracké, 1893

 

 

       

 

 

 

Isabee

 

Stracké, in 1870 benoemd tot hoogleraar aan de Rijksacademie, vertrok in 1889 met pensioen en verhuiste naar Blaricum. De visservrouw, vermoedelijk van de nabijgelegen Zuiderzeekust, heeft hij nog op hoge leeftijd gemaakt. Blaricum grenst aan de visserplaatst Huizen en daar werd doordeweeks een onversierde muts gedragen, de isabee. Ferdinand Hart Nibbrig schilderde het hoofddeksel in die periode en het doet denken aan de muts die de vissersvrouw van Stracké draagt. Het kind draagt een pikmuts (pikken = haken).

 

 

                                           

 

                                             Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915): 'Meisjes met isabee'

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vissersvrouw

 

De jonge moeder heeft haar handen vol: naast de baby in haar armen, draagt ze de puppies van haar hondje in haar schort, houdt ze in een draagdoek twee vissen vast en sleept ze een net achter zich aan. Ze is blootvoets, haar leven is hard.

 

Het beeld is gemaakt in een tijd dat kunstenaars belangstelling hadden gekregen voor de uitbeelding van het dagelijkse plattelandsleven, ‘de lof der eenvoud’. Het  was onder andere de bloeitijd van de Haagse School, een groep schilders die typische Hollandse onderwerpen schilderde, waaronder visserstaferelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Frans Stracké (1820-1898)

 

De beeldhouwer Frans (of Franz) Stracké werd geboren in Dorsten (Westfalen). Samen met zijn broer Johan Theodor kreeg hij een artistieke opleiding van zijn vader, de kunstschilder Ignatius Johannes Stracké.

 

Vanaf 1842 woonde Frans in Arnhem. Een van zijn belangrijkste opdrachtgevers was prins Hendrik van Oranje. Van 1868 tot 1889 was Stracké als docent beeldhouwkunst verbonden aan de Academie voor Schone Kunsten in Amsterdam.

 

Wikipedia

 

 

 

 

 

 

 

 

De vrouw heeft gevist met een zogenaamd staand want. Het net wordt met behulp van drijvers en een zwaar touw aan de onderkant 'staand' in het water opgesteld. De vis die gevangen wordt kan wel met de kop door een maas, maar niet met het lijf. Doordat het net achter de kieuwdeksels blijft hangen, kan de vis niet achteruit ontsnappen. Jonge vis glipt door de mazen van het net.

 

 

 


 

Rijksmuseum Amsterdam

 

Foto’s: oktober 2013 en juli 2015

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Beelden in het Rijksmuseum