Borstbeelden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Buste van Jacob van Reygersbergh door Rombout Verhulst, 1671

 

 

Portretten

 

Rombout Verhulst deed een belangrijk deel van zijn werkervaring op in het atelier van Artus Quellinus in de jaren dat deze beeldhouwer midden 17e eeuw het nieuwe stadhuis in Amsterdam van decoratie voorzag. Nadien is Verhulst vooral bekend gebleven door zijn graftombes, portretten en tuinbeelden. Zijn borstbeelden zijn vaak voorstudies voor grafportretten, daarbuiten zijn niet veel andere portretten van zijn hand bekend. De markt voor portretten was in de tweede helft van de 17e eeuw vermoedelijk niet groot.

 

 

 

                                     

 

                                         Buste van Maria van Reygersberg. echtgenote van Willem, Baron van Liere (de Lyere), 1662

 

 

Heer en vrouwe van beijde Katwijken

 

Baron Willem van Liere of Willem van Lyere (1620-1654) was nog geen jaar in het bezit van de heerlijkheid Katwijk toen hij in 1654 op 34-jarige leeftijd overleed. Zijn vrouw Maria van Reygersberg (1632-1673) die hij vijf jaar eerder huwde, bleef op 22-jarige leeftijd achter met twee jonge kinderen. Acht jaar na zijn dood gaf de weduwe aan Rombout Verhulst de opdracht een grafmonument voor haar man te maken en het was haar wens ook op het marmeren praalgraf uitgebeeld te worden. Verhulst maakte portretbustes in terracotta van beide echtelieden als voorstudies, van Willem waarschijnlijk naar een schilderij, van Maria naar levend model.

 

 

 

                   

 

                     Buste van baron Willem van Liere, echtgenoot van Maria van Reygersberg, 1662

 

 

Ik, de weduwe

 

Het graf kwam in 1663 gereed. Willem ligt in harnas op zijn doodsbed, naast hem ligt zijn vrouw half opgericht naar hem te kijken. Ze draagt een rouwsluier en ondersteunt het hoofd met een hand. Haar duidelijke aanwezigheid en rol is een nieuw element voor de Republiek in die tijd. Maria van Reygersberg wilde met dit monument vermoedelijk een boodschap overbrengen. De aristocratische weduwe benadrukte zo het belang van haar positie aan de zijde van haar man. Het diende als publiek signaal dat ze de rechten, plichten en autoriteit van haar echtgenoot had overgenomen. Rond 1650 begon de invloed van de oude adel te tanen en Maria wilde misschien daarom haar positie als plaatsvervanger van haar man benadrukken.

 

Het praalgraf was een van de vroegste van deze omvang en grandeur die gemaakt werd in particuliere opdracht. Eerdere praalgraven waren gemaakt in opdracht van staatswege. Het moet voor ophef gezorgd hebben en het werd prompt nagevolgd.

 

 

                  

 

                    Detail van de graftombe in de protestantse kerk in Katwijk Binnen (tijdschriftfoto uit 1925)

 

 

 


 

 

 

 

 

Buste van Jacob van Reygersbergh, 1671

Ik ben tevreden met mijn lot

 

Tevreden man

 

Jacob van Reygersbergh (1625-1675) was de broer van Maria van Reygersbergh. Hij was Zeeuws afgevaardigde bij de Staten-Generaal en verbleef daarom vaak in Den Haag. Het Rijksmuseum bezit de terracotta-versie van zijn portret. Het werd in 1896 gekocht voor 190 gulden. In 1883 was al gemeld dat in Brugge bij een antiquair de marmeren buste te koop stond, maar er was geen belangstelling. Het marmeren exemplaar staat nu in het Getty Museum in Los Angeles. Op dat voetstuk staat het motto van Jacob van Reygersbergh: “Mea sorte contentus”, Ik ben tevreden met mijn lot.

 

 

 


 

Rombout Verhulst  (1624-1698)

 

Wikipedia

 

 

 


 

Rijksmuseum Amsterdam

 

Foto’s: oktober 2013

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Beelden in het Rijksmuseum