Het hert Le Cerf door
Ossip Zadkine, 1923 Dieren Het oeuvre van
Ossip Zadkine bestaat vooral uit menselijke figuren, maar er figureren ook
enkele dieren. Begin jaren twintig maakte hij achtereenvolgens ‘La Fauve’
(wild beest, 1922), ‘Le Cerf’ (hert, 1923) en ‘L’ oiseau d’or’ (gouden vogel,
1924), allen goudkleurig. ‘Le Fauve’ en ‘Le Cerf’ zijn uit hout gesneden en
met bladgoud bedekt, de gouden vogel is geverfd gips (latere gietingen in
brons zijn ook geverfd). Voor de oorlog maakte hij ook een serie vogels en
vissen. Later maakte hij
in brons een haan (1943) en feniks (1944). Op litho’s uit 1960-61 over de
Griekse mythologie staan de tweekoppige hellehond, het paard van Diomedes, de
stier van Kreta, het monster Geryon en de leeuw van Nemea. Ook lithografeerde
hij vanaf eind vijftiger jaren al dan niet bestaande vogels (les oiseaux du
lac de stymhale en l’oiseau qui n’existe pas’).
kamerscherm
met afbeelding van Ossip Zadkine, 1928 Hert met
twee honden Het motief van
een hert was vijf jaar na het ontstaan van het beeld nog niet uit de
gedachten van Zadkine. Toen André Groult hem vroeg een tekening te maken voor
een kamerscherm, kwam hij met een hert dat aangevallen werd door twee honden.
Groult werkte vaak samen met kunstenaars en bezorgde hen opdrachten. Zo gaf
hij in 1928 een opdracht voor gebeeldhouwde kersenhouten panelen voor de
eetkamer van het echtpaar Magnin aan Zadkine. In hetzelfde jaar werd het
kamerscherm met zes panelen gemaakt. Kunstverzamelaar De geschiedenis
van het hert van Zadkine is verbonden met de verffabrikant en
kunstverzamelaar Pierre Alexander Regnault (1868-1954). Op zoek naar
uitbreiding van het afzetgebied voor zijn handel, zocht Regnault contact met
kunstschilders. Via die ingang raakte hij betrokken bij de kunst en begon te
verzamelen, eerst nog gericht op het Nedelandse impressionisme maar later op
moderne kunst. In 1914 gaf hij een deel van zijn collectie in bruikleen aan
het Stedelijk Museum en werd daarmee erkend collectioneur. Vanaf 1925 begon
Regnault zich meer internationaal te oriënteren en twee jaar later kocht hij
in Parijs zijn eerste gouaches van Zadkine. Na een aantal atelierbezoeken
kocht hij in 1929 ook het hert van Zadkine en gaf het direct in langdurig
bruikleen aan het Stedelijk. Om delen van zijn
collectie te behouden voor de gemeenschap, schonk Regnault in 1953 een aantal
werken, waaronder het hert, aan de Nederlandse Staat onder voorwaarde dat de
werken gedurende 30 jaar permanent tentoongesteld zouden worden in het
Stedelijk Museum. Het hert hoort nu tot de kunstcollectie van het Rijk dat
onder beheer staat van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en is nog
steeds in bruikleen aan het Stedelijk Museum. Datering
Hert met twee hanen Links: Het hert, gedateerd op 1923, op zaal in 2013, Stedelijk Museum
Amsterdam Midden: ‘Le coq’ (de haan) door Brancusi, ca 1924. Zou Zadkine dit werk
gezien hebben en geïncorporeerd in het hert? Is het een hert met twee hanen?
Jaren en data waren voor Zadkine slechts getallen die je naar believen naar
je hand kon zetten, hij verkocht het
hert in 1929. Rechts: Foto van het hert gepubliceerd in het Elseviers Geïllustreerd Maandschrift in de eerste helft van 1926,
het beeld is daar gedateerd op 1924; zowel de
foto als de datering zullen afkomstig zijn van de beeldhouwer die het werk
nog niet had verkocht. Zadkine stuurde veel foto’s van zijn werk naar tentoonstellingen. Deze datering maakt het waar- schijnlijker dat Zadkine ‘Le coq’ heeft gezien voordat hij het hert maakte. Ossip Zadkine (1890-1967) Het Stedelijk Museum, Amsterdam Foto’s: juni 2013 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Startpagina Beelden in het Stedelijk Museum Amsterdam |