de Gewichtheffer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewichtheffer door Pieter de Monchy, 1970

 

 

 


 

Pieter de Monchy (1916-2011)

 

Wikipedia

 

 

Autodidact de Monchy is via het schilderen, pas rond zijn 35ste overgestapt op beeldhouwen. Hij heeft veel opdrachten voor de overheid uitgevoerd, waaronder sportbeelden, monumenten, reliëfs en portretten in brons. Ook voor het buitenland heeft hij diverse werken gemaakt, in Djakarta, Stockholm, Willemstad (Curacao) en Valencia staat zijn werk. Daarnaast kreeg hij veel opdrachten van particuliere en bedrijven.

 

 

 

                                      

 

 

 

 

Herkenbare handschriften

 

(citaten uit Trouw, 1 augustus 2001)

 

Naar aanleiding van een overzichtstentoonstelling van de Nederlandse beeldhouwer Pieter de Monchy.

 

 

'Ik heb altijd zó geschreven.''  Pieter de Monchy  maakt in de lucht een schrijfbeweging met de rechterhand. ”Dan kan ik dat toch niet ineens zó gaan doen.'' Zijn hand maakt vervolgens een onhandige beweging alsof hij van bovenaf letters op het papier moet krijgen. Veel meer woorden maakt de 85-jarige beeldhouwer er niet aan vuil. Hij maakt gewoon traditionele, naturalistische beelden in brons.

 

 

 

Pieter de Monchy  kreeg voor het eerst bekendheid met zijn grote portretkop van Albert Schweitzer die hij voor het Vredespaleis in Den Haag heeft gemaakt.

 

Sindsdien had hij toegang tot een groter circuit van opdrachten. Inmiddels heeft hij heel wat beroemdheden geportretteerd: directeuren uit het bedrijfsleven, acteurs, zangeressen, componisten en maar liefst vier leden van het koninklijk huis.

 

 

 

 

 

,,Ik maak altijd innerlijke portretten'', vertelt de beeldhouwer. ,,Het karakter moet eruit spreken. Daarbij heb je mensen met hoofden en mensen met koppen. Dat laatste is het mooist. Mensen kunnen ongelofelijk knap zijn -een mooi hoofd hebben- maar het is vaak moeilijk daar iets mee te doen. Anderen hebben meer karakter doordat ze een kromme neus hebben of een scheef gezicht. Die kromme neus zal ik altijd ietsje groter maken. Door een beetje te overdrijven breng je het karakter van zo iemand duidelijker over.''

 

Op de tentoonstelling staan de resultaten, zoals de kop van pianist Arthur Rubinstein, een jonge koningin Beatrix en actrice Caro van Eijk, fraai opgesteld op hoge sokkels, badend in daglicht. Naast de beelden die in een opdrachtsituatie zijn ontstaan, heeft De Monchy tevens vrije beelden gemaakt. Diverse componisten -muziek en de mens vormen voor hem de belangrijkste bronnen van inspiratie- een hommage aan Mari Andriessen, sporters, geliefden en vrouwelijk naakt wisselen de portretkoppen in Amstelveen af.

 

 

 

 

 

 

De portretten én het vrije werk van De Monchy zijn beide naturalistisch van aard. Een beeld dient herkenbaar te zijn en voor zichzelf te spreken, is de visie van De Monchy. Licht geďrriteerd vertelt hij over de kunstenaars van nu: ,,Die hele modernen. Die leren tegenwoordig zelfs op de Rietveld Academie om te praten over hun werk. Dat was vroeger nooit, al die theorieën.''

 

De Monchy heeft altijd zijn eigen weg gezocht. Hij is nooit beďnvloed geweest door het experiment. Ook niet toen hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een atelier had onder de zolder van Corneille. Diens Cobra-experimenten waren niet aan hem besteed. De beeldhouwers Mari Andriessen en John Raedecker vormden van het begin af aan zijn referentiekader. ,,Als je iets gaat veranderen moet het een verrijking zijn, en veel nieuwe ontwikkelingen zijn dat in mijn ogen niet.''

 

 

 

 


 

Kastelenstraat

 

Foto’s: maart 2008

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Amsterdam ZuiderAmstel