Serval en Afrikaanse olifant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Serval door Arie Teeuwisse, 1979

 

 

Serval

 

Wikipedia: De serval is een middelgrote katachtige met zeer lange poten (relatief de langste poten van alle katachtigen), een kort staartje, lange nek en een kleine kop met grote, afgeronde oren en een korte snuit. Het dier leeft op de Afrikaanse savanne.

 

Het beeld doet denken aan heilige Egyptische kattenbeelden. De bronzen serval is, evenals een grootoorvos, in gemeente-opdracht aangeboden ter gelegenheid van de opening van het gebouw voor Kleine Zoogdieren in Artis, dat op de plaats kwam van het oude Berenpaleis.

 

                                                   

 

                                                                                                   De Waarheid, 21 april 1976

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Afrikaanse olifant

 

Artis heeft weinig Afrikaanse olifanten in de collectie gehad, maar bij de aankoop van de eerste levende have in 1839 zat al wel een exemplaar. In 1868 ontving de dierentuin een jong vrouwelijk dier; “Het voorkomen van de Afrikaansche olifant zal zeker de aandacht trekken van de leden van het genootschap en de bezoekers van elders”, schreef het Algemeen Handelsblad. Aan het einde van de negentiende eeuw had Artis er drie.

 

Onder de kop ‘Baby-olifant in Artis. Kersversch uit Oost-Afrika naar hier gebracht’ publiceerde Het Volk in 1932 het persbericht dat

als groote zeldzaamheid een jonge Afrikaansche olifant in Artis gearriveerd was. Sedert ruim dertig jaar had men in Artis de soort  niet in de levende have gekend. Het dier was in de binnenlanden van aequatoriaal Oost-Afrika gevangen.

 

 

 

                                                                                                                                     ansichtkaart

 

 

 

                                                                    met Artis-directeur Armand Sunier (collectie Beeldbank Amsterdam)

 

De Tijd berichtte in 1935 vervolgens dat vanwege de crisis ondermeer “de reeds sedert juni 1932 in depot aanwezige jonge mannelijke Afrikaansche olifant aan den eigenaar teruggegeven moest worden, daar deze de dieren naar Amerika verkoopen kon.”

 

De jonge Afrikaanse olifant Manyara kwam in 1970 naar Artis, maar het leven werd haar ondraaglijk gemaakt door de drie al aanwezige Indische olifanten. In 1973 besloot Artis Manyara voor haar eigen veiligheid te verhuizen naar een andere dierentuin. Sindsdien heeft Artis alleen Indische olifanten in de collectie.

 

 

                         Manyara

 

 

                                                                                                                           Afrikaanse olifant, 1972

 

                                                                                                       een geschenk van de Stichting Jaap Kaas

 

Het beeld is vermoedelijk een voorstudie van de Afrikaanse olifant die Teeuwisse in 1973 maakte voor de Raad van Arbeid te Leiden, een exemplaar met kleine slagtanden. De versie van Artis heeft nog geen slagtanden (de jonge Manyara? Teeuwisse werkte echter ook vaak in Blijdorp) en het uiteinde van de slurf lijkt minder uitgewerkt. In 1976 schonken vrienden en de verzetsstrijders uit WO II aan prins Berhard ter gelegenheid van zijn 65-ste verjaardag een gewijzigde versie, met grotere slagtanden, die geplaatst werd in de tuin van paleis Soestdijk.

 

 

 


 

Arie Teeuwisse (1919-1993)

 

Wikipedia

 

 

 


 

Dierentuin Artis, Plantage Kerklaan, Amsterdam Centrum

 

Foto’s: juli 2017

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Startpagina Artis