Generaal de Wet Monument Christiaan de Wet door
Joseph Mendes da Costa, 1915-1921
Boerengeneraal De Zuid-Afrikaanse
Boerenoorlog werd uitgevochten van 1899 tot 1902; de van oorsprong Nederlandse
boeren verdedigden de onafhankelijkheid van hun vrijstaten tegen de Engelsen.
Na afloop van de oorlog trok generaal Christiaan de
Wet naar Europa om geld in te zamelen voor de weduwen en wezen uit de oorlog.
Onderweg schreef hij zijn memoires, het boek ‘De Strijd tusschen Boer en
Brit. De herinnering van den Boerengeneraal’ werd gepubliceerd in
1902.
Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 23-8-1922: Pastiche op monument van Nelson De Boeren in Zuid-Afrika waren in de meerderheid afstammelingen van de Nederlandse pioniers en kolonisten die de republieken Transvaal en Oranje Vrijstaat een halve eeuw daarvoor hadden gesticht. Vandaar dat generaal de Wet door zijn gevecht tegen de veroverende Engelsen ook in Nederland gezien werd als een volksheld. Het is misschien daarom dat Mendes naar het lijkt een pastiche heeft gemaakt op het monument van een volksheld van de Engelsen: Horatio Nelson die hoog op zijn erezuil Trafalgar Square in Londen overziet. Aan de voet van die pilaar tonen reliëfs de wapenfeiten van de Britse veroveraar. Ook de voet van de erekolom van generaal de Wet verhaalt van zijn geschiedenis. De koepelvorm verwijst naar de ‘kopjes’ in het Zuid-Afrikaanse landschap, de heuvels die verdedigd werden tegen de landhonger van de ‘Engelschen’. De zestien koppen van gewapende boeren en burgers vertegenwoordigen de belaagde inwoners die onder leiding van de generaal hun land (met de door de Britten begeerde bodemschatten) verdedigden.
de presidenten Christiaan de Wet (1854-1922) Paul Krüger (1825-1904) Marthinus Steyn (1857-1916)
Kopje met koppen: gewapende burgers met op de achtergrond een ‘kopje’ (Foto’s uit ‘De Strijd
tusschen Boer en Brit’, 1902) Kopje met koppen Twee van de uitgebeelde boerenstrijders laten de hoofden zien van de president van Transvaal, Paul Krüger en de president van Oranje Vrijstaat, Marthinus Steyn. Mendes had de Wet en de presidenten nooit ontmoet, hij moet gewerkt hebben naar afbeeldingen. In de memoires van de Wet staan naast het portret van de auteur, Krüger en Steyn, portretten van twee bebaarde generaals, van de eveneens bebaarde vice-president van Oranje Vrijstaat en van een besnorde rechter. Zij zijn mogelijk het voorbeeld geweest voor andere koppen. Ook heeft Mendes portretten van bevriende kunstenaars als voorbeeld gebruikt.
Vereeuwiging
Mendes da Costa voegde eveneens een zelfportret toe aan de koppen, en naar het lijkt een portret van de opdrachtgeefster Helene Kröller-Müller (zie ook aardewerken maskers).
Inzet rechts: opdrachtgeefster Helene Kröller-Müller in 1911. Joseph Mendes da Costa (1863-1939) De Wet kijkt over de vlakte in de richting van zijn vaderland Bij de honderdste geboortedag van Mendes schreef De Tijd op 5 november 1963: Otterlose zand; Museum Kröller Müller, Otterlo, de Hoge Veluwe: Wikipedia Foto’s: maart 2016 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Startpagina beeldenpark Kröller Müller |