de Antifascist de Antifascist door Leo Braat, uiterlijk 1936 / 1966 Het beeld is een monument voor Willem Kraan, een van de initiatiefnemers van de Februari-staking in 1941. Hij werd gefusilleerd in 1942.
Daarbij kan worden aangetekend dat de gemeente Amsterdam in 1966 in eerste instantie dacht dat de kop naar een Franse verzetsstrijder was gemaakt. Mevrouw Kraan, haar dochter (links) en haar kleinkinderen bij de onthulling (het Parool, 28 februari 1966)
Dies irae De volledige inscriptie in de schouder luidt: Dies irae / judex ergo cum sedebit / quidquid latet
apprebit / nil in ultum remanebit (De dag des toorns, als de rechter dan zal zetelen, zal al het verborgene zichtbaar worden, niets zal ongewroken blijven)
Op de plaquette staat: “Tot de strijd geschaard / solidsriteit met alle verdrukten! / geloof aan een betere wereld herinnering aan Willem Kraan geb. 2-8-09 gefussilleerd 19-11-42 hij was een der initiatiefnemers / tot de februaristaking 1941 / protest tegen de Jodenvervolging” Leo Braat (1908 – 1982) Portretkunst Braat is vooral bekend gebleven als publicist. Voor de oorlog werkte hij als beeldhouwer overwegend in steen, na de oorlog overwegend in hout en keramiek vanwege tbc. In zijn beginjaren als beeldhouwer lag zijn interesse vooral bij de portretkunst. Uit het Algemeen Handelsblad, 4 april 1935: “In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt de tentoonstelling van den Ned. Kring van Beeldhouwers opgebouwd, welke a.s. Zaterdag zal worden geopend. V.l.n.r. de heeren Th. van Reyn, D. Wolbers en L. Braat” [de meneer uiterst rechts is waarschijnlijk een anonieme museummedewerker] Een bebrilde Braat staat met een kop in zijn armen. Het Vaderland schreef op 7 april 1935 over de expositie: “We vinden hier […] een portret door L.P.J. Braat van Ed. Denčve, […] Edouard de Nčve, een pseudoniem van Jean Lenglet, was met Braat in 1935 medeoprichter en redactielid van maandblad ‘Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Cultuur’. Het tijdschrift nam stelling tegen het fascisme en het nationaalsocialisme (Wikipedia).
Kop en Model In 1934 of begin 1935 maakte Braat een kop met de titel ‘De Ziener’. Het Vaderland schreef op 7 april 1935: “We vinden hier […] een portret door L.P.J. Braat van Ed. Denčve, die blijkbaar ook voor “De ziener” van denzelfden kunstenaar tot model heeft gediend.” Dies irae en de Ziener zijn begrippen die beide verbonden zijn met het bijbelboek Openbaringen (de apocalyps). De ziener / profeet Johannes legde daarin zijn visioenen over het einde der tijden vast. NB: de zware wenkbrauwen zijn zowel bij de kop van De Nčve als bij de Ziener en de Dies irae / Onbekende soldaat / Antifascist opvallend, mogelijk heeft De Nčve voor beide model gestaan. De Ziener werd in 1963 gestolen uit de achtertuin van de kunstenaar en daarbij werd vermeld dat het beeld circa 55 cm hoog is, gehakt uit kalksteen en gesigneerd met initialen.
uit de Arnhemsche courant, 30 oktober 1935 Leermeester Braat kreeg op de kunstacademie van het Genootschap Kunstoefening te Arnhem les van Gijs Jacobs van den Hof. Een leerlingopdracht om een penning te ontwerpen voor een boomplantdag schoof Jacobs van den Hof door naar Braat. Volgens Braat vond de docent het net iets voor hem, “hoewel ik nog nooit iets op dit gebied gepresteerd had.”. Zijn schaarse penningwerk vond Braat terugziend op zijn leven niet belangrijk, “daar ben ik in tien minuten over uitgepraat.” In 1934 kreeg Braat de opdacht van de Vereniging voor Penningkunst een penning te maken ter ere van de schrijver Lodewijk van Deyssel die 70 jaar was geworden. Op die penning keek Braat later met voldoening terug (De Beeldenaar, 1984 pg 112-115). In 1939 werd de beeldhouwer Gijs Jacobs van den Hof 50 jaar en ter gelegenheid daarvan feliciteerde Braat hem in de Arnhemsche courant en in zijn tijdschrift ‘Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Cultuur’: “ [..] Het feit, dat zoowel hij als wij er van overtuigd zijn, dat een beeldhouwer met zijn vijftigste jaar pas goed op dreef komt, maakt het richten van dit voetlicht nog niet tot een onwettige daad. Wij wenschen hem geluk, met wat hij reeds deed, als kunstenaar en als leeraar [..]. Als oud-leerling zeg ik hem in het bijzonder ook dank voor de wijze, waarop hij zijn groote vakmanschap op ons over trachtte te brengen.”
Links: de penning met Lodewijk van Deyssel, 1934-35; rechts: Braat met de kop van Jan Toorop in ebbenhout uit 1921 door Gijs Jacobs van den Hof (Foto: Cas Oorthuys ca 1966). Opdracht Uit het tijdschrift ‘Wij; ons werk-ons leven’, jrg 2 no 48, 1 januari 1937. Leo Braat in 1936 aan het werk. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Aalsmeerse veiling wordt een plaquette gemaakt met het portret van oprichter M. Harmsen. Familie In 1931 huwde Braat met schilderes Maaike Rolvink; oktober 1932 werd hun zoon geboren en in januari 1940 hun tweelingdochters. In de jaren dertig exposeerde Braat met een kinderkopje, vermoedelijk van zoon Joost.
Burgemeester de Vlugtlaan / hoek Willem Kraanstraat Foto’s: februari 2008 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Buitenbeelden in
Amsterdam Slotermeer / Geuzenveld |