Julio González
González
& vrienden Gemeentemuseum
Den Haag, 2017-18 Het begin Julio González werd in 1876 geboren in Barcelona als jonste van vier kinderen. Vader was (edel)smid -evenals diens voorouders- en daarbij part-time beeldhouwer; moeder kwam uit een geslacht van kunstenaars. Julio, broer Joan en zussen Pilar en Lola werkten mee in de smederij en Julio leerde daar het vak van metaalbewerking, zo smeedde hij bijvoorbeeld hekken. De broers volgden bovendien ’s avonds lessen aan de kunstacademie, hun ambitie was om kunstschilder te worden. Toen Julio twintig was, overleed zijn vader en nam zijn broer de leiding van de zaak over, maar na enkele jaren volgde verkoop en vertrokken de broers in 1900 met moeder en zussen naar Parijs. In de Franse hoofdstad verdienden Julio en Joan hun brood als kunstschilder/tekenaar en verkeerden in kunstenaarskringen. Vrienden Gargallo Julio González raakte na vestiging in Parijs al snel bevriend met de kunstenaar Pablo Gargallo, hij had de Catalaanse kunstenaar al in Barcelona ontmoet. Werkend als zijn assistent vanaf 1918 leerde González zijn vriend lassen. Gargallo op zijn beurt stimuleerde González tot het maken van beelden. Brancusi Ook Brancusi behoorde in Parijs tot de vriendenkring. In zijn moeilijke jaren na de dood van Joan (zie hieronder) trok Julio zich terug uit het sociale leven maar bleef af en toe Brancusi nog zien. González werkte in 1925-1926 als assistent bij Brancusi en maakte armaturen en sokkels. Picasso In Barcelona hadden de broers González in 1896 bij een expositie en daarna herhaaldelijk in een kunstenaarscafé de jongere Picasso al ontmoet en toen Picasso na de eeuwwisseling een aantal keer naar Parijs kwam, logeerde hij soms bij Joan en Julio. Maar in 1904 ontstond er onmin tussen Joan en Picasso: het zou zijn gegaan om kunstwerken van Joan die in bewaring waren bij de familie van Picasso en die nu zoek waren. Het liep hoog op. Julio koos de kant van zijn broer en schreef Picasso: "You say you do not want to meet my brother and because of that you do not come to the workshop, now I am telling you: until this matter is settled, for the honor of my brother and me, I forbid you the entrance of my house as of my workshop." De relatie tussen Julio en Picasso werd uiteindelijk hersteld in 1921. Ze liepen elkaar toevallig tegen het lijf en volgens dochter Roberta González riep Picasso: 'Hey, we are not going to stay angry all of our life! Let's hug each other!'' Danseres met margriet (Danseuse à la marguerite), 1937 Donkere tijd In 1908 overleed broer Joan aan tuberculose, daarna volgde
een donkere periode voor Julio González. Hij trouwde weliswaar in 1909 en
kreeg dochter Roberta, maar in 1911 verliet zijn vrouw hem met achterlating
van haar dochter. Roberta
schreef later over de periode na 1908: "Now began ... a solitude that
always increased. These eighteen years from 1908 to 1926 were without doubt
the most dramatic of his life up to that time. Practical difficulties, mental
anguish, above all artistic anguish, the bitter fight with himself over the
search for his true personality, were certainly the most depressing things he
had to overcome." Liggende figuur (Personnage allongé), 1936
De droom / de kus (Le rêve / le baiser), 1934 IJzertijd Onder invloed van zijn vrienden, maar met name van Picasso met wie hij van 1928-1932 intensief samenwerkte, vond González als vijftiger zijn eigen stijl in beeldhouwen met gelaste ijzeren assemblages opgebouwd uit lijnen, vlakken en lege ruimtes. Zijn werkwijze omschreef Gonzalez met: “tekenen in de ruimte, gebruik maken van die ruimte en daarmee opbouwen alsof het een nieuw verworven materiaal was.” Hij werd later “de vader van de ijzersculptuur in de 20e eeuw” genoemd. Julio González: "The
age of iron began many centuries ago by producing very beautiful objects,
unfortunately for a large part, arms. Today, it provides as well, bridges and
railroads. It is time this metal ceased to be a murderer and the simple
instrument of a super-mechanical science. Today the door is wide open for
this material to be, at last forged and hammered by the peaceful hands of an
artist."
Daphné, 1937 Zittende vrouw (Femme assise), ca 1935 Spaanse burgeroorlog Als Catalaan van geboorte, leefde González sterk mee met de republikeinen in de Spaanse burgeroorlog tegen de rebellerende nationalisten. Het eerste bericht in Nederlandse kranten waarin de beeldhouwer genoemd werd, dateert uit 1938 waarin hij opgevoerd wordt als ondertekenaar van een manifest waarin “de bloem van Spanje’s cultuur” oproept de regering van de Spaanse republiek te steunen. In zijn werk liet González zijn betrokkenheid blijken met de uitbeelding van smartelijk schreeuwende boerinnen en stekelige cactusbeelden.
Gemeentemuseum Den Haag Tentoonstelling González, Picasso en vrienden, winter 2017-18 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |