Echtpaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zelfportret en Vrouwenkop door Joseph Mendes da Costa, resp. 1912 en 1895/1920

 

 

 

 

 

 

 

Sara

 

Mendes da Costa maakte het breed lachende portret voor de 50ste verjaardag van zijn vrouw en nicht (H)Anna Jessurun de Mesquita (1862-1928).

 

 

 

(Vermoedelijk) portret van het stel in 1888;

fotograaf: broer en zwager J. Jessurun de Mesquita.

Ze trouwden in 1891, het echtpaar bleef kinderloos.

 

 

Abraham en komediespel

 

Een man die vijftig wordt, ziet Abraham. De uitdrukking heeft zijn wortels in de Bijbel: Jezus heeft het over Abraham en vertelt dat Abraham zijn [Jezus’] dag heeft gezien en zich heeft verblijd. De toehoorders zijn verbaasd: “Gij hebt nog geen vijftig jaar, en hebt gij Abraham gezien?” Vrouwen die vijftig worden zien tegenwoordig Sara (de vrouw van Abraham) zo wil het gebruik, maar dat is pas sinds de helft van de vorige eeuw in zwang. Daarvoor zagen ook vrouwen Abraham met hun vijftigste, de jarige kreeg een Abraham-pop. Mendes da Costa heeft zijn vijftig-jarige vrouw een ‘verblijde Abraham’ in de vorm van zijn zelfportret geschonken. Het breed lachende masker doet denken aan het klassieke toneelmasker dat komediespel symboliseert.

 

 Bram Hammacher schreef over het portretmasker in zijn biografie over Mendes (1941):

 

                             

 

                  Het kwade beheerscht

 

                  Hammacher doelt in de laatste zin op het gevelbeeld aan ‘de Utrecht’ (1905) dat Wijsheid voorstelt en die het

                  kwade, in de vorm van een duiveltje, bedwingt. De Wijsheid is ook een zelfportet van Mendes. Wat Hammacher

                  met zijn waarneming wilde zeggen zal nooit zeker zijn, maar enkele decennia later is het in christelijke kringen een

                  treffende omschrijving voor homosexualiteit die onderdrukt diende te worden.

 

                       rechts: zelfportret van Mendes da Costa, het beeld stond boven de ingang van zijn huis in Laren

                                                                                                                                         (uit het tijdschrift Wendingen, 1923)

 

 

                      

 

                                                                                                                                                                  Vrouwenkop, 1895 / 1920

                                                          evenals het bronzen meisjesportret uit ca 1900: met opvallend weggedraaide ogen

 

 

Ongeëvenaard

 

Met de 70ste verjaardag van Mendes da Costa in november 1933 vroeg de Telegraaf  “een aantal vooraanstaanden kunstenaars hun gevoelens over het werk van den meester te willen uitspreken”. De beeldend kunstenaar Rik Roland Holst schreef:

 

“Hij zal op zijn 70sten verjaardag voor alle hulde onbereikbaar zijn, maar voor het openbare kunstleven van onze hoofdstad wordt deze datum toch een dag van groote beteekenis, want op dien 4den November zal in het Stedelijk Museum geplaatst worden de in 1895 geboetseerde en eerst 25 jaren later in steen gehakte vrouwenkop, die zoovelen met diepe ontroering hebben gezien op de laatste tentoonstelling van zijn werken.

 

De stad Amsterdam, gesteund door bijdragen van enkele van Mendes’ vrienden, heeft tot dezen aankoop besloten. Zoo zal dus op dien feestdag een sculptuur in de openbare verzameling van de hoofdstad geplaatst worden, die velen met mij als kunstwerk onovertroffen en zelfs ongeëvenaard achten in de Hollandsche beeldhouwkunst.”

 

In de collectie van het Stedelijk Museum staat het kalkstenen beeld te boek als ‘Vrouwenkop’. Museum Beelden aan Zee geeft op de expositie de informatie: ‘Anna Mendes da Costa – Jessurun de Mesquita’.

 

 

 

Links: uit De Tijd, 26 april 1935

       

 

 

 

                           Op de zijkant van het portret uit 1895 / 1920  is een vrouw gegraveerd die een handkus wegblaast; de

                           vrouw lijkt sterk op het grès cérame-beeldje ‘Zwangere vrouw’ uit 1901 (inzet). Wie kust ze vaarwel? Van

                           wie heeft zij afscheid genomen? En is zij ook Anna? Wat bracht de diepe ontroering teweeg bij de vrienden

                           van Mendes bij het zien van het beeld? Is de vragen stellen ze beantwoorden?

 

 

 

Inteelt

 

Zowel Joseph Mendes da Costa als zijn vrouw Anna Jessurun de Mesquita waren telgen uit Joodse families die in de 17e en 18e eeuw naar Nederland vluchtten om te ontkomen aan de Spaanse Inquisitie. Doordat veel binnen de families getrouwd werd, trad er inteelt op. Maurits Benjamin Mendes da Costa belichtte op 75-jarige leeftijd dit verschijnsel in 1926 in het artikel ‘Een leekenpraatje over ‘trouwen in de familie’’. Hij schreef dat hij maar zes betovergrootouders had, “in plaats van, zooals de meeste menschen, 16.”

 

Het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde vatte in 1940 samen: “Mendes hechtte aan deze omstandigheid groot gewicht; hij zag daarin de oorzaak van eenerzijds enkele lichaamsgebreken zijner naaste familieleden, anderzijds een groote vitaliteit [..]. En hij heeft, uit vrees niet in alle opzichten gezonde kinderen te zullen krijgen, nooit willen trouwen. Den bij vele Joden zoozeer ontwikkelden familieband voelde hij sterk. En zoo heeft hij voor zijn doofstomme of achterlijke broers en zuster tot hun dood toe op voorbeeldige wijze gezorgd.”

 

Joseph Mendes da Costa’s jongere zusje Rachel was geestelijk instabiel, evenals zijn neef Joseph Jessurun de Mesquita. Beiden pleegden zelfmoord. De kinderloosheid van het echtpaar en neef / nicht Joseph Mendes da Costa en Anna Jessurun de Mesquita wordt in verband gebracht met deze kwestie. Er wordt gesuggereerd, incidenteel zelfs als vaststaand feit gepresenteerd, dat het stel daarom bewust kinderloos was. Maar ongewilde kinderloosheid is niet uit te sluiten, er zijn vele onderliggende oorzaken mogelijk zoals bijvoorbeeld een reeks miskramen.

  

 

 

                                     

 

                            Links: detail van studie van zwangere vrouw, rechts foto van (vermoedelijk) echtgenote Anna

 

 

          

 

Links het portret uit 1895, midden een vrouwenmasker uit 1924 in de vitrine op de tentoonstelling en rechts de collectiefoto van het Teylersmuseum van hetzelfde masker. Gezien naast het portret uit 1895 is het heel goed mogelijk dat het vrouwenmasker een portret is van dezelfde vrouw, negenentwintig jaar later: Anna Mendes da Costa

 

 

Moederschap

 

In 1924 maakte Mendes da Costa nog een beeldje van een Anna: de heilige Anna. Mendes liet aan het Algemeen Handelsblad weten (15 mei 1925) dat het om de moeder van Maria ging, en niet om de profetes. De krant gaf verder door dat hij Anna uitbeeldde met dochter Maria op de arm op de eerste verjaardag van het kind. Anna zingt in heilige vervoering een lied waarin ze haar late en niet meer verwachte moederschap bejubelt:   “Hoort, hoort, gij twaalf stammen van Israëls, dat Anna zoogt!”

 

 

 

 

 

Geliefde

 

In opdracht van Helene Kröller-Müller maakte Mendes da Costa in 1917 het beeld ‘De Liefde’, hij droeg het werk op ‘Aan mijne vrouw’.

 

Na de dood van zijn ega in 1928 leefde Mendes da Costa teruggetrokken. Hij werkte tot zijn dood in 1939 aan het onvoltooid gebleven monument ter harer nagedachtenis ‘De Levensgang’. Mendes heeft opdracht gegeven dit onvoltooide werk te vernietigen.

 

 

 

 

 

                                                                                                                                    Zelfportret, 1927

 

 

                             

 

                                Foto gepubliceerd in de Telegraaf van 3 november 1933 naar aanleiding van de 70ste

                                verjaardag van de beeldhouwer. Mendes da Costa draagt hetzelfde mutsje als

                                uitgebeeld in zijn Zelfportret uit 1927.

 

 

 

                                   

 

                                              een verbazingwekkende tweet en retweet, mei 2015:

                                                               “only known photo of sculptor Joseph Mendes da Costa”

 

 

 


 

Joseph Mendes da Costa (1863-1939)

 

Wikipedia      

 

 

Joseph Mendes da Costa werd vooral bekend door het vervaardigen van beelden en ornamenten voor gebouwen. Hij was van 1886 tot 1887 lid van de kunstenaarsgroep "Labor et Ars", die later de representanten zouden worden van de Nederlandse variant van de Art Nouveau. Hij is de wegbereider geweest voor de 20e-eeuwse kunst in Nederland, doordat hij als eerste beeldhouwer een monumentale, symbolistische stijl van strakke lijnen en heldere vlakken ontwikkelde.

 

 

 

 


 

Tentoonstelling Labor et Ars, met werk van Joseph Mendes da Costa en Joost van den Toorn

 

Museum Beelden aan Zee, voorjaar 2015

 

Foto’s: maart en april 2015

 

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Joseph Mendes da Costa & Joost van den Toorn