Allegoriën

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gerechtigheid, Weldadigheid, Eenheid (Karel de Grote) en Kracht (Alexander de Grote) door Johan Polet, 1932-35

 

                                    schaalmodellen in gips

 

 

Raadhuis Kampen

 

Het Raadhuis van Kampen werd gebouwd rond 1350 en na een brand in 1543 vernieuwd en gewijzigd. In de westgevel stonden tot begin vorige eeuw zes (vroeger beschilderde) beelden (sinds een restauratie in 1899 onder een baldakijn), maar het was niet bekend of dat de oorspronkelijke toestand was. De oude beelden stamden waarschijnlijk uit de periode tussen de bouw en herbouw. Deze zandstenen beelden raakten na eeuwen buitenlucht in verval en in de jaren twintig van de vorige eeuw viel een hand van het beeld Gerechtigheid naar beneden. Daarmee stopte het niet:

 

 

    

 

                                                     Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 27 april 1932

 

Voor de openbare veiligheid werden alle oude beelden februari 1933 verwijderd. Johan Polet kreeg eerder in 1932 de opdracht om een nieuwe ‘Gerechtigheid’ ofwel ‘Justitia’ voor de gevel van het Raadhuis te maken. De beeldhouwer verwierf de order als steun-opdracht aan beeldende kunstenaars. Het jaar daarop kreeg hij ook de opdracht voor een nieuwe ‘Weldadigheid’ ofwel ‘Charitas’.

 

Polet was gebonden aan de symbolische voorstelling maar vrij in de uitvoering met de kanttekening dat het beeldhouwerk in harmonie met het bestaande bouwwerk diende te zijn. Al doende ontdekte Polet verwonderd bij zichzelf een “Gotisch adertje”.

 

 

 

 

Gerechtigheid en Weldadigheid, de laatste heeft een geldstuk in de ene, een geldbuidel in de andere hand.

Polet: “Het voetstuk stelt voor een misvormd schepsel die een bedelnap ophoudt.”

Gerechtigheid werd in navolging van het oude beeld, voorgesteld als een naakte vrouw.

 

 

        

 

1933 Justitia                               Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 18 mei 1934

 

 

Eenheid en Kracht

 

Januari 1935 werd een gipsmodel van het derde beeld, Karel de Grote, het symbool van de Eenheid, ter beoordeling aan de gevel bevestigd. De krant schreef dat Polet blijk gaf van een ‘groote kunstvaardigheid’ en ‘Het lijkt ons zeer juist gezien, dat de figuren naar beneden “blikken”, waardoor de standbeeldgedachte vervaagt.” In het Algemeen Handelsblad van 8 juni 1935 verscheen een foto met Polet hakkend aan het beeld. Die zomer werd bekend gemaakt dat Polet ook het vierde beeld zou maken: Alexander de Grote, het symbool van de Kracht (Foto: De Telegraaf, 30 mei 1936).

 

NB: over de oude gevelbeelden wordt ook geschreven dat ze Moed en Kracht zouden (kunnen) voorstellen.

 

 

     

 

Johan Polet werkend aan Karel de Grote (links, 1935) en Alexander de Grote (rechts, 1936),

 

 

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 17 juli 1937 geeft een uitleg van Polet weer: Karel de Groote is uitgebeeld in een maliënkolder met bijbehorend hemd. Op zijn hoofd prijkt de kroon, terwijl hij de aardbol en scepter in zijn handen heeft. Het beeld geeft duidelijk den wetgever en staatsman weer. In het voetstuk prijkt een engelenfiguur met een wetsrol in de handen. De naast hem staande Alexander de Groote daarentegen wordt als uitvoerende macht voorgesteld, waarbij het voetstuk, een gebonden mensch van Indische origine, goed past.

 

 

 

 

Alexander de Grote, Trouw en Matigheid door Johan Polet, 1935-37

                                       schaalmodellen in gips

 

 

In juni 1937 legde de beeldhouwer de laatste hand aan het beeld ‘Trouw’, gehouwen uit ‘Fransche kalksteen’ [kalkzandsteen uit de groeven bij Bordeaux]. Het stelt een vrouwenfiguur voor met in de rechterhand een duif en in de linkerhand een lotusbloem, symbool van liefde en trouw, aldus de krant. Bij plaatsing van het beeld een maand later, werd Johan Polet geïnterviewd en gevraagd naar de voorstellingen. Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 17 juli 1937:

 

“De Trouw”, zoo zeide de heer Polet ons, wordt voorgesteld door een vrouw, op wier arm een vogel rust. De vogel stelt voor de aanhankelijkheid tot den mensch. De bloeiende tak bedoelt te zijn het zinnebeeld van het leven. Als voetstuk voor het beeld is een soort drakengestalte gemaakt, voorstellende het belagen van de trouw.

 

De heer Polet zal nu belast worden met het vervaardigen van “de Matigheid” het laatste beeld. Desgevraagd zeide hij ons, dat dit wellicht zal worden een vrouwenfiguur die een beker volschenkt. Wanneer we ons verplaatsen in den tijd waaruit de voorstelling geput moet worden, dan dienen we te bedenken dat in dien tijd geweldige hoeveelheden spijs en drank pleegden te worden genuttigd. Werd de toegediende drank b.v. genuttigd uit een beker dan werd matigheid betracht. Aldus bezien krijgen de verschillende beelden een veel sprekender beteekenis.

 

 

 

                        

 

                                               Polet hakt aan Trouw; Telegraaf, 2 juni 1937

 

                       Matigheid; Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 11 oktober 1938

 

 

 

 

 

 

 


 

Johan Polet (1894-1971)

 

Wikipedia         

 

 


 

Ansichtkaarten

 

                                   Het Raadhuis van Kampen

 

 

 

                                        de oude beelden, voor februari 1933

 

 

                                                 de nieuw beelden van Johan Polet, na 1938

 

 

 


 

Tentoonstelling Johan Polet | beeldhouwer  in Museum MORE, Gorssel; herfst-winter 2018

 

Foto’s: oktober 2018

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Johan Polet