Bokspringende jongens

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bokspringende jongens door Hetta Statius-Muller, 1959 

 

Het beeldje stond oorspronkelijk in Overwhere, bij de openbare Dopschool aan het Cavaljéplein. De Dopschool is van start gegaan met het schooljaar 1959/1960. De Noordhollandse Courant van 11 september 1959 publiceerde een foto met het onderschrift: “Het eerste en enige standbeeldje dat Purmerend bezit, staat in Overwhere” .

 

 

 

                          

 

 

 

Beton of brons ?

 

Hetta Statius Muller heeft drie andere werken gerealiseerd in Purmerend, alle drie eveneens bij scholen. De ‘Lezende kinderen’ aan de Hoornselaan (1963-64), de ‘Dinosaurus’ aan de Sportlaan (1965-66) en de ‘Zeeleeuw’ in de Primulastraat (1966). Al deze werken zijn uitgevoerd in beton.

 

Ook het beeldje Bokspringende kinderen is oorspronkelijk gemaakt van beton, zo blijkt uit op een ansichtkaart van 1985. Maar het beeld in de Beethovenstraat is van brons. In het overzicht ‘Inventarisatie kunstwerken in Purmerend’ uit 1990 wordt ook al aangegeven dat het werk in brons gegoten is. Op dat moment bevindt het beeldje zich op het Stadskantoor. Wat is er gebeurd met het betonnen exemplaar ?

 

 

 

 

    

 

      ansichtkaart uit 1985

 

 


 

Hetta Statius Muller (1930-2018)

 

Hetta van Tilburg, later Hetta Rueb en geboren Henrietta Statius Muller, woonde eind vijftiger - begin zestiger-jaren in Purmerend. In 1966 verliet ze de stad na haar huwelijk met A.S. Rueb uit Zeist.

 

 

Het grondelement van haar kunst, de ruimte

 

‘Hetta en Jan van Tilburg creëren ruimte in kleine woonark’ is de kop boven een artikel in de Noordhollandse Courant van 26 februari 1960. Hetta en Jan van Tilburg vallen vaktechnisch onder het beroep van beeldhouwer gaat redacteur Jan Schagen in de krant verder. De vanzelfsprekende ernst voor het werk, het heilige geloof in de juistheid van de keuze en het logisch aanvaarden van vele moeilijkheden maakt het mogelijk dat zij kunnen werken in een te kleine ruimte die deel uitmaakt van een toch al niet te lijvige Where-woonark.

 

De helder-blauwe ogen van Hetta staan vaak ernstig en misschien is er nog iets in terug te vinden van de ervaringen uit het Jappenkamp op Sumatra. Hetta is geboren in Medan en haar jeugd is door een wereldoorlog in de war gestuurd. Een Japanse bezetting die het hele gezin in een kamp bracht waaruit de vader niet terugkeerde. Na de oorlog hard werken om de achterstand in te halen. H.B.S. en Kunstnijverheidschool, want dat zij het onvrouwelijk beeldhouwen zou kiezen, stond al bij voorbaat vast.

 

Als kind drukte zij zich beter uit door middel van klei dan door woorden en daar is ook nu nog niet veel aan veranderd. Zij denkt ruimtelijk. Haar handen zijn niet in staat voldoende haar woorden te onderstrepen. Zij hanteert het woord moeilijk en vaak met schokken. Pas als ze vorm geeft aan haar gedachten in klei, gips, brons of ivoor klinkt alles helderder en duidelijker. Dan zijn remmingen weggevallen.

 

 

Haar handen scheppen. Zij dijkt haar gedachten en gevoelens binnen de vorm waarin zij klare taal spreekt. Een sterk vertrouwen in het leven en vreugde over al het beleven, krijgen een duidelijke lijn. Haar werk is zonder romatisch weemoed met een neiging naar het monumentale. Het geslotene is weggevallen en de markante vorm verraadt veel van wat niet is gezegd. Hetta van Tilburg is een talentvol beeldhouwster. In de kleine werkruimte staat zij vol zelfvertrouwen.

 

Bokspringende kinderen

 

De bokspringende kinderen, die zij in opdracht van de gemeente Purmerend maakte, getuigen van een scheppende ongedurigheid. Nergens gebonden aan een glad vlak, maar volkomen afgestemd op ruimte. Zo werkt Hetta van Tilburg, boetserende met het grondelement van haar kunst, de ruimte.

 

 

links de krantenfoto uit 1959: ‘Het eerste en enige standbeeldje dat Purmerend bezit, staat in Overwhere’

 

 

 

                                         

 



In de krant van 28 mei 1965 staat het volgende bericht:

 

 

Opdracht voor beeldhouwster

 

Het gemeentebestuur van Zaandam heeft een opdracht verstrekt aan mevr. H. Statius Muller voor het maken van een betonnen beeld, dat zal worden geplaatst in de tuin van de centrale werkplaats ‘De Boerejoncker’, Het beeld zal voorstellen een fluitspeler. Het krijgt een plaats bij de vijver op het buitenterrein.

 

 

En later dat jaar:

 

 

De ark van mevr. Statius Muller lag dezer dagen door het gewicht van het beeld dat ze momenteel aan boord vervaardigt, zo scheef dat de draaitafel bezweek en de 300 kg klei en gips rakelings langs de beeldhouwster tegen de slaapkamerwand smakte. En dat allemaal door één oorzaak: ruimtegebrek.

 

 

 

Een jaar later, bij de onthulling van ‘de Dinosaurus’ zegt de burgemeester in zijn speech dat de kunstenares de stad ging verlaten. Hij zegt te hopen dat het contact niet verloren gaat, opdat in de toekomst nog nieuwe produkten van haar het stadsbeeld zouden sieren.

 

 

 

 

 


 

Beethovenstraat, Purmerend

 

Foto’s: juni 2006

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Purmerend