Levensgang Levensgang door Mari Andriessen, 1938
Het reliëf ‘Levensgang’ geeft de vier levensfasen weer van zowel man als vrouw. Mari Andriessen, een bekende van architect Wieger Bruin, is de maker. Het beeld is van teakhout en wit geschilderd.
Drie citaten uit het artikel ‘De Rusthoeve plechtig ingewijd’ uit de Provinciale NH Courant van 10 september 1938 Op het oude mannen- en vrouwenhuis In 2009 is de Rusthoeve gerenoveerd en bij de heropening is als afronding een gedicht van Martinus Nijhoff onthuld. Het gedicht had Nijhoff destijds speciaal voor de Rusthoeve gemaakt. De architect Wieger Bruin was een vriend van hem en deze vroeg Nijhoff een gedicht te schrijven om dat samen met een tekening van het huis als rijmprent bij de opening aan de genodigden te overhandigen. Het gedicht is gemaakt, de rijmprent niet. Als reden wordt tijdnood genoemd en ‘omdat Nijhoff een ander soort bejaardenhuis voor ogen stond dan de Rusthoeve’.
Levensloop De naam van het reliëf ‘Levensgang’ is in de loop der tijd geëvolueerd naar het meer hedendaagse ‘Levensloop’. In de hal staat een kunstwerk dat eveneens ‘Levensloop’ heet. Het is gemaakt door Malisca Muller en is een schenking van de Vereniging van hervormde diaconieën De Rusthoeve ter gelegenheid van de afronding van de renovatie 2009.
Mari Andriessen (1897–1979) Andriessen studeerde aan de Haarlemse School voor Kunstnijverheid van 1912 tot 1916 en vervolgde zijn opleiding op de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam (1917-1923). Hij voltooide zijn studie op de Akademie der Bildende Kunst in München waarna hij zich definitief in Haarlem vestigde. Door zijn vriend en collega-beeldhouwer Frits van Hall kwam hij in een literaire kring terecht waarvan o.a. Godfried Bomans, Lodewijk van Deyssel, C.J. Kelk, Adriaan Roland Holst en Jan Slauerhof deel uitmaakten. Ook met zijn collega's Hildo Krop en John Raedeker onderhield hij door zijn lidmaatschap van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (1925) vriendschappelijke banden. In de begintijd van zijn carrière kreeg hij door zijn katholieke afkomst opdrachten van kerken en woningbouwverenigingen voor het maken van beelden met bijbelse onderwerpen en gevelstenen. Veel leverde dit evenwel niet op; de familie leefde in armoede. Maar zijn bekendheid groeide waardoor er ook van buiten de rooms katholieke kring opdrachten kwamen. Rond 1930 kon hij zijn gezin van de opbrengsten van zijn kunst onderhouden. In de oorlogsjaren 1940-1945 weigerde Andriessen een afstammingsverklaring te tekenen waardoor hij verstoken bleef van officiële opdrachten. Zijn vriend Van Hall kwam in een Duits concentratiekamp om; Andriessen koos voor het ondergrondse verzet. Na de oorlog ontstond grote vraag naar herdenkingsmonumenten. Andriessen werd de meest gevraagde kunstenaar voor oorlogs- en verzetsmonumenten. Zijn scheppingen staan over heel Nederland verspreid met als hoogtepunt "De Dokwerker" op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam (1952, brons) dat herinnert aan de stakingen tegen de deportatie van joden in februari 1942. Wolthuissingel 1, Purmerend Foto’s: november 2009 1955 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |