De zeepziederij

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Riviergod en Johannes de Doper, 1713  door Ignatius van Logteren (toegeschreven door buitenbeeldinbeeld.nl)

 

 

Middenrisaliet met attiek

 

Het huis met adres Weerwal 12-13 wordt beschreven als een pand met een middenrisaliet met attiek, bekroond door hoekvazen in Lodewijk XV-stijl. Een risaliet is een stuk van de gevel dat naar voren springt. Bij een middenrisaliet is het uitspringende gedeelte gelegen in het midden van de gevel. Een attiek is een verhoging boven de kroonlijst van een gevel om het dak aan het zicht te onttrekken. Het staande vlak dat zo ontstaat is soms versierd. Bij dit huis is een reliëf of grote gevelsteen aangebracht op het attiek met het onderschrift

            De rievier De Ley Ao.1713

Daar onder, op de gevel van de bovenverdieping, hangt een tweede gevelsteen in de vorm van een medaillon.

 

 

                                                      

 

                                                                schoolplaat ‘ambachten’

 

Zeepziederij

 

In het gebouw was zeepziederij de Zwaan gevestigd, opgericht in 1643. Zieden betekent koken, in een zeepziederij werden kokende olie en loog al roerend gemengd, Het loog verzeepte de oliën en bij afkoeling ontstond een zachte massa, de zeep. Als hennepolie gebruikt werd, gaf deze olie de zeep een groene kleur, de bekende groene zeep.

 

 

Een ronde gevelsteen herinnert aan het bedrijf. Een zwaan slaat zijn vleugels uit met daaronder de tekst

 

De Seep Siedery van de Swaan

 

De zwaan draagt een koperen halsband. Het houden van zwanen was ooit een privilege dat alleen aan de adel werd verleend. De adellijke zwanen droegen een koperen halsband met daarin het familiewapen.

 

 

Achter de Weerwal loopt de Kerkstraat, ook aangeduid als de Papestraat vanwege de Roomskatholieke kerk die er stond. De achterkant van het bedrijf lag aan die straat, daarom wordt ook wel geschreven over de ziederij die aan de Papestraat lag. De voorkant was omgebouwd tot woonhuis en winkelhuis.

 

 

 

 

 

                                                       

 

 

 

Pieter van der Ley

 

De familie van der Ley was in het jaar 1713 eigenaar van de zeepziederij, Pieter Pieterz van der Ley voerde het bewind. De familie was doopsgezind en Pieter was diaken van de Waterlandse kerk. Diaken was binnen deze geloofsgemeenschap het hoogste ambt. Bij de Doopsgezinden of ‘de Dopers’ wordt de boete benadrukt door de doop van volwassenen. Doopsgezinden werden niet toegelaten tot openbare ambten en menigeen stapte daarom over naar een andere kerk, maar Pieter van der Ley bleef zijn geloof trouw.

 

 

 

De Rievier De Ley Ao.1713

 

Gevelstenen brengen vaak de functie van een gebouw of het beroep of de naam van de bewoner tot uitdrukking. Bijbelse taferelen komen ook geregeld voor. Taalgrapjes of rebussen waren niet ongebruikelijk om uit te beelden wat bedoeld werd.

 

Op de onderste gevelsteen wordt aangegeven dat het om Seepsiederij de Swaan gaat, en de zwaan bovenop het tweede reliëf herhaalt de naam van het bedrijf.

 

Riviergod of stroomgod

 

Het bovenste reliëf zal gezien de aanwijzing die wordt gegeven met de naam van de rivier, de naam van de eigenaar Van der Ley verbeelden. De opdrachtgever tot het maken van het gevelreliëf ‘De Rievier De Ley’ anno 1713 zal Pieter Pieterz van der Ley zijn geweest die in 1717 overleed.

 

We zien een bron, stromend water en de oeverplant lisdodde met rietsigaren en de aanduiding ‘rievier de Ley’. Het is een riviertje bij Tilburg dat ontspringt in de buurt van Baarle Nassau.

 

 

 

Daarmee is de achternaam verbeeld. Het woonhuis wordt in 1652 aangeduid met het adres  “op ’t Oevert” (de latere Weerwal), het tafereel refereert mede aan deze naam.

 

De figuur is een riviergod of stroomgod. De Romeinen verbeeldden hun riviergoden met een leeglopende vaas of urn en vaak ook met een peddelachtig voorwerp dat gezien een Romeins reliëf als roer werd gebruikt. Westerse kunstenaars in de Nieuwe Tijd volgden hun voorbeeld (zie voor een paar voorbeelden, onderaan deze pagina maar kenden klaarblijkelijk niet altijd de oorspronkelijk functie van de ‘peddel’.

 

Johannes de Doper

 

Maar dat lijkt niet het hele verhaal. Het reliëf is veel groter dan gebruikelijk voor een gevelsteen en de god staat er prominent op. Toch was Van der Ley geen megalomaan man, maar een overtuigd doopsgezinde die in die tijd zijn geloof niet mocht uitdragen. Mogelijk heeft hij het toch gedaan door in verkapte vorm Johannes de Doper groot op zijn gevel te zetten. Dat verklaart ook de geprangde uitdrukking op het gezicht van de man. De boeteprediker Johannes de Doper doopte zijn volgelingen in de rivier. Het lijkt een reliëf met dubbele bodem zoals het de beste gevelstenen betaamt.

 

 

Geen Neptunus

 

In de figuur wordt ook wel Neptunus gezien, maar de god hoort bij zout water en zijn attribuut is een drietand. De beeldhouwer was goed in zijn vak, de vingers zijn bijvoorbeeld prachtig uitgehouwen. Als de maker een drietand had willen uitbeelden, dan had hij dat beslist gedaan. Toch werd in die tijd Neptunus soms abusievelijk ingezet als riviergod, de fontein bij huis Frankendael in Amsterdam is daar een voorbeeld van (zie later).

     

 

 

 

                

 

 

 

 

 

                       

 

 

 

 


 

Rivier- of stroomgoden

 

                                  

 

                                                                                                               riviergod de Rijn,1765

  

 

 

 

    Romeins Rijnschip met roer

 

 

 

  ca 1750, riviergod

 

      

 

 

                        De stroomgod de Lek en –godin de Linge, 1761; gezien de dikte van de steel wist niet iedere kunstenaar

                        waar het peddel-achtige voorwerp ooit toe diende

 

 

 


 

Ignatius van Logteren   (1685-1732)

 

Wikipedia

 

Van Logteren was beeldhouwer te Amsterdam en van hem zijn minstens vier Neptunus-beelden bekend (zie Wikipedia). Een riviergod in de vorm van een Neptunus maakte hij in 1714 voor een beeldengroep die deel uitmaakte van een fontein. De fontein is bewaard gebleven en staat voor het huis Frankendael in Amsterdam. Een gravure uit 1719 laat zien dat de god altijd drietand heeft vastgehouden.

 

De gelijkenis met het reliëf in Purmerend uit 1713 is treffend en de detaillering van de watervaas is precies hetzelfde in beide kunstwerken. De tijd (1713-14), het onderwerp, de stijl en de overeenkomstige detaillering laten toe het reliëf in Purmerend aan Ignatius van Logteren toe te schrijven. Ook van Logteren kende de functie niet van het peddelachtige voorwerp dat riviergoden als attribuut meedroegen in de Romeinse tijd, hij heeft simpelweg de drietand dichtgemaakt tot een blad.

 

 

 

     

 

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

                                                      

 

                                                                   1941, de ongedempte Where en de Weerwal

 

 

 

                                

 

                      Rond 1900 en 1935; in de tussentijd is de beschildering van het reliëf veranderd

 

 

 


 

Weerwal 12-13, Purmerend

 

Foto’s: november 2009

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Purmerend