Auguste Rodin Genius at work Groningermuseum, 2016-2017 L’age d’airain, 1876
Vernieuwer Rodin vond het belangrijk dat de toeschouwer om een beeld heen kon lopen, zijn beelden kregen een duidelijke voor- en achterkant. Hij liet in zijn werk ook de hand van de maker en het maakproces zien met vingerafdrukken, onuitgewerkte onderdelen, onvolledige figuren en gietnaden: het impressionisme drong daarmee door in de beeldhouwkunst. Bovendien assembleerde Rodin beelden uit losse onderdelen en haalde hij het beeld van zijn voetstuk af, een sculptuur presenteren zonder sokkel was in die tijd revolutionair. Het academisme in de beeldhouwkunst had na Rodin afgedaan. Fugit Amor, ca 1887 Le Baiser, 1898
Victor Hugo, detail van het monument voor de schrijver, 1891 Torso van muze, 1906-07 (bekend als ‘Whisler muze’) “Noem mij Meester” Er gingen vele anekdotes rond over Rodin in het Parijs van begin vorige eeuw. De Maasbode van 31 juli 1912 verhaalde van de volgende ‘Parijsche geestigheid’: “Een Italiaan bracht Rodin een bezoek en putte zich uit in hoogdravende betitelingen jegens den kunstenaar: Zeer hooggeëerde heer, hoogst eerbiedwaardige zeer beroemde heer enz., waarop Rodin met een nederig gebaar antwoordde: “Appelez-moi simplement maître!” “ Het Algemeen Handelsblad beschreef op 17 juni 1910: “Een rijk amateur was met Rodin overeengekomen, dat hij hem een kleine bronzen Minerva maken zou, die 5000 francs kosten moest. Ze zou een buitengewone patine krijgen, was afgesproken, en het duurde daarom heel lang vóór ze geleverd kon worden. Toen de kunstkenner het beeldje eindelijk ontving, was er een rekening van 6000 francs bij. Hij waagde een bescheiden protest. “Hoe nu, Meester!” zei hij eerbiedig, “we waren ’t toch over 5000 eens geworden? Ik had toch immers uw woord?” Rodin glimlachte in zijn mooien profetenbaard. “Maar m’n goeie meneer,” antwoordde hij, “u weet toch wel dat het mijn werk is dat waarde heeft, en niet mijn woord ..” “ Gustav Mahler, 1909 Verstrooid
genie
De
Maasbode, 6 december 1913 Pleureuse, voor 1889 en Tête de Honoré de Balzac, 1898 Rodin kocht december 1895 op een veling een bescheiden landgoed te Meudon vlakbij Parijs. Hoewel hij zijn atelier in de Franse hoofdstad aanhield, had hij er een groot atelier, in 1900 werkten er rond de vijftig mensen. Rodin zette bij goed weer graag beelden buiten en noemde de plek ‘mijn Acropolis’. ’s Avonds toonde hij soms de losse gipsen ledematen bij kaarslicht en grapte dan dat zijn atelier het ziekenhuis van de Olympiërs was. Testament In 1940 werd in de kranten stilgestaan bij de honderdste geboortedag van de Rodin. Een citaat:
Tentoonstelling ‘Rodin, Genius at work’ in het Groningermuseum, 2016-2017 Foto’s: februari 2017 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |