Verkleed Kleren
Verkleed Kleren door Theo Schepens, 1998
of Appels ?
Niet gerealiseerde kunstwerken
Het idee Nieuwe dimensie Een week voor de onthulling zegt Theo Schepens in de Noordhollandse Courant: “Het is niet de taak van de kunstenaar om de openbare ruimte te vullen, maar om die ruimte een nieuwe dimensie te geven.” Hij blijkt niet van grote beelden te houden, er staan er al te veel in Nederland, hij ziet liever verschillende maten. “Het is toch veel spannender om bijvoorbeeld bij vijvers en parken sculpturen van veertig centimeter te plaatsen. Ga aan de rand van het water zitten, kijk naar die beelden en de ruimte verandert totaal.” Hij weet zeker dat het beeld op het Raadhuisplein, een trechtervormig vrouwenbeeld, het karakter van de omgeving ingrijpend zal veranderen. De verhouding van het kunstwerk tot de mens heeft hij bewust een op een gehouden, als het groter zou zijn, zou het ongemak en een gevoel van nietigheid veroorzaken.
Het beeld oogt als een diabolo, een speeltuig waar
balans essentieel is. De uiteinden van de trechters met de bolletjes doen sterk denken aan eierstokken. De vrouw met
uitgestrekte armen refereert aan een danseres die een pirouette uitvoert, en dus in perfecte balans is. Samenvattend:
Leven en balans en vreugde in het leven samengebracht in één beeld. Een helder beeld Over de vorm van het beeld: “Ik nam me direct voor een helder beeld te maken. Een beeld waarvan de omtrek vanaf een afstand direct herkenbaar zou zijn, maar van dichtbij verrassend veel details zou bevatten. Dat idee werd geboren bij het bekijken van de plek. Het is een reactie op het contrast tussen het gemeentehuis, een abstract gebouw met veel geometrische vormen, het plein en de voorlangs lopende drukke weg.“ Hij vond ook dat het een positieve uitstraling moest hebben. “Ik stelde ook direct vast dat het een communicatief beeld moest worden. Niet een drager van een door mij uitgewerkt verhaal. Maar een sculptuur die iedereen uitnodigt zelf zijn of haar eigen verhaal te bedenken.” In eerste instantie had hij gekozen voor de ‘oermoeder’ als vorm, maar bij de presentatie bleek de voorkeur uit te gaan naar een rankere vorm. Hij kon zich daarin vinden. Een slankere figuur is ook lichter en vanzelf dynamischer. En ze oogt daarmee onzijdiger. “Ook dat is belangrijk, want ik hoop ook de vrouwelijke kant in de man aan te spreken”. Doorstroming “Het belangrijkste element dat ik in deze vrouwsculptuur heb gestopt is ‘doorstroming’. Daarmee bedoel ik: de kracht van de doorgaande beweging, zowel van beneden naar boven als van boven naar beneden. Aan het begrip doorstroming hecht ik de betekenis van vrij door het lichaam stromen van energie, gevoelens en gedachten. het opnemen en weer loslaten van aardse en hemelse zaken, en dat op een hele natuurlijke manier. Via de naar buiten gestrekte armen wijst de vrouwfiguur zowel op de horizonlijn als op het feit dat je kunt opgaan in de ruimte.” De huid van het beeld blijft blank, het wordt in de was gezet. Schepens: “Het komt er goudkleurig bij te staan. Ik hou van natuurlijk patin en beslist niet van artificieel. Ik wil dat men kan zien wat het karakter van het materiaal is. En hoe de weersgesteldheid zich daarop uitleeft. Onthulling Al met al heeft het zes jaar geduurd voordat op het Raadhuisplein een beeld onthuld werd. Op 9 oktober 1998 was het zover. De burgemeester sprak voordat het dundoek weggehaald werd, de wens uit dat Theo Schepens even beroemd zou worden als de afgevallen kandidaat Karel Appel. Ook refereerde hij eraan dat de borstpartij van het schetsontwerp te geprononceerd werd bevonden en besloot met “We zijn nieuwsgierig of de kunstenaar die opmerking voldoende ter harte heeft genomen.” beeld en tijdsbeeld Theo Schepens
(1961) Ook in 1998 maakte Schepens voor het verzorgingshuis Eduard Douwes Dekker in Amsterdam-Noord ‘Man op steen’. Hij lijkt op eieren te lopen, eieren in een key tray (kietree hoorden we vroeger in het eierpakhuis). Raadhuisplein, Landsmeer Foto’s: februari 2006 en juni 2010 Startpagina Buitenbeeldinbeeld |