Verkleed Kleren  

 

 

 

 

 



 

 

Verkleed Kleren  door Theo Schepens, 1998

 

 

Eieren

 

Het beeld toont een eiervrouwtje in de ogen van een geboren en getogen Landsmeerse, onder haar rokken en op haar hoofd torst ze eieren. Landsmeer is door de eeuwen heen gericht geweest op de handel in eieren en kippen, in 1895 werkte ruim driekwart van de bevolking in de eierhandel. Tot 1930 was er sprake van toenemende welvaart door deze nering, daarna eiste de crisis zijn tol. In deze eeuw is er nog steeds een groothandel in eieren actief.

 

 

                                                                                                                                                                                                      of  Appels ?

 

 


 

  Niet gerealiseerde kunstwerken

 

De kop rechts is uit de Noordhollandse Courant van 26 augustus 1996. Karel Appel is ingegaan op de uitnodiging van de Landsmeerse kunstadviescommissie om een sculptuur te maken dat op het Raadhuisplein moet komen te staan, gaat de krant verder. De kunstenaar heeft aangegeven dat het kunstobject een kwart miljoen gulden zal gaan kosten.

Een kunsthistorica en lid van de kunstadviescommissie laat

          

 

weten het een eer te vinden dat Appel dit voor Landsmeer wil

doen, ze denkt dat mensen van buiten massaal naar het dorp

zullen komen om het beeld te zien. De gemeente heeft zelf 35.000 gereserveerd en gaat bij provincie, bedrijfsleven, stichtingen en particulieren fondsen werven voor het resterende bedrag.

 

De kunstcommissie heeft Appel foto’s gestuurd van de omgeving waar het werk moet komen. De kunsthistorica denkt aan een object met een herkenbare voorstelling. Het logo van Landsmeer zou een rol kunnen spelen bij de ideevorming over de sculptuur hoopt ze. “Ik denk aan een vier meter hoge, frisse en speelse kleurrijk beschilderde bronzen sculptuur. Het kunstwerk moet een vreugde zijn voor iedereen.”

 

Het werk is er niet gekomen. In 1993 was al een plan voor een kunstplein van Irene Fortuyn-Drooglever door B&W  van tafel geveegd.

 

 

 


 

         

 

 

Overstag

 

In maart 1998 gaat de raadscommissie overstag en neemt unaniem het ontwerp van kunstenaar Theo Schepens voor een kunstwerk op het Raadsplein aan.

 

Schepens had het definitieve ontwerp gepresenteerd van ‘Verkleed kleren’. Het is een beeld van een vrouw die op haar hoofd een korf draagt met ronde balletjes. Wat die balletjes moeten voorstellen mag volgens Schepens door de kijker zelf worden bepaald: het kunnen knikkers zijn, of druiven, of eieren. Hij noemde overigens geen appels.

 

Te sterk geprononceerde borsten

 

Aanvankelijk, bij een vorige versie van het ontwerp, waren alleen de VVD en D66 enthousiast. Anderen wilden eerst nog intern overleg, en het CDA was tegen. Knibbe van deze partij: “Ik zou het op prijs stellen als er naar iets beters wordt gezocht.” Hij had vooral bezwaar tegen de sterk geprononceerde borsten. Ook kon hij in het beeld geen enkele connectie met Landsmeer ontdekken.

 

In het eindontwerp waren de borsten iets kleiner, maar de relatie met Landsmeer was nog steeds ver te zoeken vond Knibbe. Maar “na een hoop overleg zijn we er toch voor”. Ook de andere partijen gingen akkoord.

 

 

 

 


 

Het idee

 

Nieuwe dimensie

 

Een week voor de onthulling zegt Theo Schepens in de Noordhollandse Courant: “Het is niet de taak van de kunstenaar om de openbare ruimte te vullen, maar om die ruimte een nieuwe dimensie te geven.” Hij blijkt niet van grote beelden te houden, er staan er al te veel in Nederland, hij ziet liever verschillende maten. “Het is toch veel spannender om bijvoorbeeld bij vijvers en parken sculpturen van veertig centimeter te plaatsen. Ga aan de rand van het water zitten, kijk naar die beelden en de ruimte verandert totaal.” Hij weet zeker dat het beeld op het Raadhuisplein, een trechtervormig vrouwenbeeld, het karakter van de omgeving ingrijpend zal veranderen. De verhouding van het kunstwerk tot de mens heeft hij bewust een op een gehouden, als het groter zou zijn, zou het ongemak en een gevoel van nietigheid veroorzaken.

 

 

 

            

 

Het beeld oogt als een diabolo, een speeltuig waar balans essentieel is. De uiteinden van de trechters met de

bolletjes doen sterk denken aan eierstokken. De vrouw met uitgestrekte armen refereert aan een danseres die een pirouette

uitvoert, en dus in perfecte balans is. Samenvattend: Leven en balans en vreugde in het leven samengebracht in één beeld.

 

 

Een helder beeld

 

Over de vorm van het beeld: “Ik nam me direct voor een helder beeld te maken. Een beeld waarvan de omtrek vanaf een afstand direct herkenbaar zou zijn, maar van dichtbij verrassend veel details zou bevatten. Dat idee werd geboren bij het bekijken van de plek. Het is een reactie op het contrast tussen het gemeentehuis, een abstract gebouw met veel geometrische vormen, het plein en de voorlangs lopende drukke weg.“ Hij vond ook dat het een positieve uitstraling moest hebben.

 

“Ik stelde ook direct vast dat het een communicatief beeld moest worden. Niet een drager van een door mij uitgewerkt verhaal. Maar een sculptuur die iedereen uitnodigt zelf zijn of haar eigen verhaal te bedenken.” In eerste instantie had hij gekozen voor de ‘oermoeder’ als vorm, maar bij de presentatie bleek de voorkeur uit te gaan naar een rankere vorm. Hij kon zich daarin vinden. Een slankere figuur is ook lichter en vanzelf dynamischer. En ze oogt daarmee onzijdiger. “Ook dat is belangrijk, want ik hoop ook de vrouwelijke kant in de man aan te spreken”.

 

 

 

 

 

 

Doorstroming

 

“Het belangrijkste element dat ik in deze vrouwsculptuur heb gestopt is ‘doorstroming’. Daarmee bedoel ik: de kracht van de doorgaande beweging, zowel van beneden naar boven als van boven naar beneden. Aan het begrip doorstroming hecht ik de betekenis van vrij door het lichaam stromen van energie, gevoelens en gedachten. het opnemen en weer loslaten van aardse en hemelse zaken, en dat op een hele natuurlijke  manier. Via de naar buiten gestrekte armen wijst de vrouwfiguur zowel op de horizonlijn als op het feit dat je kunt opgaan in de ruimte.”

 

De huid van het beeld blijft blank, het wordt in de was gezet. Schepens: “Het komt er goudkleurig bij te staan. Ik hou van natuurlijk patin en beslist niet van artificieel. Ik wil dat men kan zien wat het karakter van het materiaal is. En hoe de weersgesteldheid zich daarop uitleeft.

 

 

 

 

 

Onthulling

 

Al met al heeft het zes jaar geduurd voordat op het Raadhuisplein een beeld onthuld werd. Op 9 oktober 1998 was het zover. De burgemeester sprak voordat het dundoek weggehaald werd, de wens uit dat Theo Schepens even beroemd zou worden als de afgevallen kandidaat Karel Appel. Ook refereerde hij eraan dat de borstpartij van het schetsontwerp te geprononceerd werd bevonden en besloot met  “We zijn nieuwsgierig of de kunstenaar die opmerking voldoende ter harte heeft genomen.”

 

 

 

 

                             beeld en tijdsbeeld

 

 

 


 

Theo Schepens (1961)

 

www.theoschepens.com

 

Wikipedia

 

 

Ook in 1998 maakte Schepens voor het verzorgingshuis Eduard Douwes Dekker in Amsterdam-Noord ‘Man op steen’. Hij lijkt op eieren te lopen, eieren in een key tray (kietree hoorden we vroeger in het eierpakhuis).

 

 

 

 

 

 


 

Raadhuisplein, Landsmeer

 

Foto’s: februari 2006 en juni 2010

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Buitenbeelden in Waterland